In eerste instantie was het idee om naar Florence te gaan met een uitstapje naar Pisa. Maar op aanraden van een klant in ons reisbureau plak ik Bologna er nog aanvast. Volgens hem de mooiste stad van Italië en zwaar achtergesteld op de populaire steden als Rome, Venetië, Florence en Siena. Nou, ik ga deze uitdaging natuurlijk aan!
Alle drie de bovengenoemde steden hebben een luchthaven en onderling zijn er prima treinverbindingen. Alle combinaties zijn dus mogelijk maar volgens plan begin ik in Florence.
Met de ‘vola in bus’ dienst, wat zoiets betekent als vlieg met de bus, reizen we in 20 minuten van de luchthaven naar het centraal station Santa Maria Novella. Vandaar uit wandelen we naar ons hotel. Al snel merken we dat onze kofferwieltjes niet gemaakt zijn voor de straten in Florence. Maar goed, het is gelukkig niet ver.
We bekijken de kamer, frissen ons even op en gaan daarna op pad. In tegenstelling tot eerdere Italiaanse steden die we hebben bezocht valt het ons gelijk op dat iedereen hier wél zijn talen spreekt en vriendelijk en behulpzaam is.
Piazza della Repubblica
Het is lunchtijd en aangekomen op het gezellige Piazza della Repubblica worden we vriendelijk, doch dringend verzocht door álle Italiaanse obers om op hun terrasje te komen zitten. We kiezen er eentje in de schaduw en een stukje bij de lawaaiige carrousel vandaan.
De Arno met de Ponte Vecchio
We zitten hier even lekker, maar al gauw gaan we op weg naar de rivier de Arno die midden door de stad stroomt. Het is gezellig druk met roeiboten op het water en vele mensen liggen lekker te zonnen op de rotsplateaus en grasveldjes langs de rivier.
Verschillende stadsdelen zijn door middel van mooie bruggen met elkaar verbonden, maar de ‘Ponte Vecchio’, wat oude brug betekent, is verreweg de meest bekende. Wij zien de brug al van veraf. Soms valt iets enorm tegen wanneer je het in het echt ziet, maar deze brug is absoluut heel bijzonder.
Zeker als we óp de brug komen, want behalve een uitzichtpunt in het midden van de brug hebben we helemaal niet het idee dat we op een brug lopen. Het lijkt meer op een winkelstraat met heel veel juwelierswinkels. En net als alle toeristische hoogtepunten is het ook hier ontzettend druk. Maar het is zeker de moeite waard.
Piazza Pitti
We steken de brug over en gaan op weg naar het Piazza Pitti, een groot plein waarop iedereen lekker ligt te luieren.
Aan het plein ligt een paleis met erachter de ‘Boboli’ beeldentuin. We lopen een rondje door deze tuin, maar de combinatie van steile paden, saaie beelden en volle zon zorgt ervoor dat we zo uitgekeken zijn. We gaan gauw het klederdrachtmuseum in, meer om uit de hitte te zijn dan dat we er echt in geïnteresseerd zijn!
Bij het verlaten van de tuinen missen we bijna de lachwekkende ‘Bacchus fontein’ en dat zou jammer zijn geweest.
Basiliek van San Miniato al Monte
Maar ondanks de warmte moeten we verder, naar de basiliek van San Miniato al Monte. De naam zegt het al: de basiliek van San Miniato ‘op de berg’. Hoewel het vanuit het centrum op loopafstand ligt, is het toch een hele klim. Blijkbaar voor veel toeristen te veel moeite, want het is heerlijk rustig op de heuvel. Hier hebben we een prachtig uitzicht over de stad en binnen in de kerk is het lekker koel en zien we prachtige ingelegde vloeren en veel marmer.
Naast de kerk ligt een klooster dat nog steeds bewoond is door monniken. Ze hebben een leuk klein winkeltje waar ze zelfgemaakte likeur, honing, kaarsen, thee en gebak verkopen.
Wij hebben wat met begraafplaatsen, dus als laatste lopen we over het naastgelegen kerkhof ‘Le Porte Sante’. Het is net een openluchtmuseum, groots en indrukwekkend, met heel veel bijzondere beelden op de graven en graftombes.
Palazzo Vecchio
We gaan terug naar de binnenstad want er is nog veel te zien in Florence. Zoals de replica van Michelangelo’s ‘David’ die op het Piazza della Signoria staat en die voor het Palazzo Vecchio de wacht lijkt te houden. Het originele beeld staat in het nabij gelegen ‘Galleria dell'Accademia’.
Tip: koop kaarten voor het museum online en vermijdt zo de enorme wachtrijen!
Palazzo degli Uffizi
Florence is bij uitstek een museumstad. Behalve de kunstcollectie die te zien is in het Palazzo Vecchio van de invloedrijke familie de’Medici en het bovengenoemde museum Galleria dell”Accademia kun je natuurlijk niet om het Palazzo degli Uffizi heen.
Dit kunst museum wordt gezien als één van de oudste en meest belangrijkste musea ter wereld!
Hoewel we graag willen, hebben we niet genoeg tijd voor een museumbezoek, dat zal een volgende keer moeten. Gelukkig kunnen we op het binnenplein van het beroemde museum wel de sfeer alvast proeven bij de vele kunstenaars die portretten en karikaturen maken.
Kathedraal ‘Santa Maria del Fiore’
Als laatste deze dag komen we uit bij de beroemde kathedraal ‘Santa Maria del Fiore’, ingebouwd tussen de huizen maar wat met zijn schitterende koepel het herkenningspunt van Florence is.
Wij hebben geen fut meer om de 463 treden te klimmen om in de koepel te komen en ook niet de ruim 400 om boven in de klokkentoren campanile te komen. Het uitzicht daarboven moet schitterend zijn. Wel lopen we nog een rondje om de apart gelegen doopkapel ‘Baptiserium San Giovanni’ om de prachtige bronzen deuren te bewonderen.
Uiteindelijk strompelen we terug naar ons hotel om lekker te gaan slapen want voor de volgende dag hebben we een uitstapje naar Pisa gepland.
Naar Pisa
Gelukkig slapen we ook echt lekker en ons hotel serveert een heerlijk ontbijt, zeker voor Italiaanse begrippen. Zo gaan we fris op weg gaan naar het station om in een half uurtje met de trein naar de studentenstad Pisa te reizen.
Iedereen weet dat de beroemde toren van Pisa scheef staat, iedereen heeft foto’s en plaatjes ervan gezien. Wij natuurlijk ook, maar op het moment dat we uit een straatje de hoek om komen en hem opeens zien is onze verbazing groot: “wow, hij staat écht scheef”! Gek, we wisten het maar als je erbij staat is het toch heel anders.
Duomo Santo Maria Assunta
Jammer genoeg mogen we om één of andere reden vandaag de toren niet beklimmen. Dus gaan we een bezoek brengen aan de naastgelegen domkerk ‘Duomo Santo Maria Assunta’ op het plein der wonderen ‘Piazza dei Miracoli’.
Het duurt even voordat we begrijpen dat de entree voor de kerk gratis is, maar dat we wel eerst een gratis kaartje moeten halen bij de centrale kaartverkoop aan de overkant tussen vele souvenirs kiosken. Daar is duidelijk over nagedacht in Pisa!
begraafplaats Camposanto
Behalve de scheve toren en de dom bestaat het hele complex ook nog uit het enorme baptisterium, oftewel doopkapel, en de monumentale ommuurde begraafplaats Camposanto.
Zoals eerder gezegd, wij hebben wat met begraafplaatsen en zo ook met deze. Vooral de prachtige fresco’s, weliswaar zwaar beschadigd in de tweede wereldoorlog, zijn zeer de moeite waard. We hebben tijd genoeg, dus brengen we ook nog een bezoek aan het Museo delle Sinopie alwaar de originele tekeningen die gebruikt zijn voor de fresco’s te zien zijn. Al met al zijn we de hele dag onder de pannen in Pisa.
Naar Bologna
De laatste dag alweer en in de trein van Florence naar Bologna verdiep ik me in de kleine stedengids die ik van huis heb meegenomen zodat ik enigszins voorbereid en ingelezen ben.
Van Bologna wist ik al gauw dat het drie bijnamen heeft: La Rossa, de rode, vanwege de rode gebouwen en daken, hoewel die in Florence veel roder zijn. La Grasse, de dikke, vanwege de lekkerste pasta’s van Italië. Aha, daar komt dus de spagetti bolognese vandaan. En La Dotta, de geleerde, vanwege de oudste universiteit van Europa.
Na aankomst op het centraal station van Bologna lopen we binnen 5 minuten naar ons hotel, om de hoek gelegen, in een drukke straat met aan weerszijde een arcade.
Overal in de stad vind je deze overkappingen met prachtige bogen. Zo kunnen we lekker in de schaduw lopen, het is namelijk schitterend weer en daardoor ook heel warm.
Het zal ongetwijfeld ook wel eens regenen in Bologna en dan is zo’n galerij natuurlijk ook wel lekker. We laten de koffers in het hotel achter en krijgen bij de receptie een plattegrondje van de stad.
Studentenstad
Het schijnt dat één op de vier inwoners student is en dat valt inderdaad al snel op.
Het is een echte studentenstad met hippe winkels, internationale eettentjes en heel veel jonge mensen op een scootertje. Er hangt een gezellige en relaxte sfeer. Overal op straat zitten mensen, straatmuzikanten spelen gezellige deuntjes en terrasjes zitten vol.
Het studentenleven in Bologna is nog niet zo slecht!
Compact centrum
Het centrum van Bologna is niet groot, alle bezienswaardigheden zijn op loopafstand van elkaar en liggen binnen de oude stadsmuren waarvan een groot gedeelte nog overeind staat. We gaan op weg naar Piazza Maggiore, het grote centrale plein dat in verbinding staat met het kleinere Piazza del Nettuno.
Beide pleinen zijn omgeven door belangrijke paleizen en kerken.
Sint Petronius basiliek
Één van die kerken is de Sint Petronius basiliek. Deze kerk had ooit groter moeten worden dan de Sint-Pieters basiliek in Rome, maar daar was de toenmalige paus het niet mee eens, dus de bouw is stopgezet en de kerk is nooit afgebouwd.
Net als in de meeste kerken en zeker in Italië mogen we alleen met bedekte kleding naar binnen en doet de bewaking moeilijk over een kleine rugzak. Maar ja, binnen ligt in de vloer de grootste zonnewijzer van de wereld en die willen we per se zien.
Fontana del Nettuno
Buitengekomen op de Piazza del Nettuno is het druk.
Vooral bij de beroemde ‘Fontana del Nettuno’, een bijzondere fontein waar de Griekse god Neptunes neerkijkt op vrouwen waarbij het water van de fontein uit hun borsten spuit. Het is een geliefde hangplek voor studenten, waarschijnlijk omdat het water enigszins verkoeling geeft in de hitte.
Teatro Anatomica
De volgende ‘must’ op het plein is de bibliotheek. In dit oude universiteitsgebouw is een prachtige zaal geheel in houtsnijwerk uitgevoerd. Het ‘Teatro Anatomica’ werd gebruikt voor anatomische les aan medische studenten.
Houten beelden van beroemde artsen als Hippocrates hangen aan de wanden en kijken op ons neer. We zitten bijna alleen op de bankjes in het theater, en we vinden het een verademing om in Bologna te zijn na de toeristische gekte van Florence en Pisa.
Scheve torens van Bologna
Achteraf hadden we helemaal niet naar die scheve toren in Pisa gehoeven, Bologna heeft ze ook, en zelfs twee!
De Asinelli en de Garisenda aan het Piazza di Porta Ravegnana zijn 97 en 48 meter hoog en staan beide scheef. Ze zijn niet zo spectaculair als die in Pisa, maar in tegenstelling tot daar mogen we de Asinelli wel beklimmen. De 498 traptreden in een smalle gang vallen een beetje tegen, maar het uitzicht boven is fantastisch. Het is wel altijd een beetje jammer dat je dan ook weer al die treden naar beneden moet!
Onze benen hebben het echt wel gehad na deze drie dagen en we gaan lekker op een terrasje zitten genieten van een leuk doorkijkje en het gezellig leven in Bologna.
Conclusie
Alle drie de steden zijn geweldig en prima met elkaar te combineren. Deze reis leert ons echter wel dat één dag Florence te kort is om alles goed te bekijken. En ja, Bologna wordt absoluut ondergewaardeerd, maar heeft daardoor als groot voordeel dat het zo lekker gewoon is. Hiermee bedoel ik dat de stad niet wordt overspoeld door toeristen, waardoor het de typische Italiaanse sfeer behoudt.
Geschreven door: Marianne van Hal