Een klein uurtje vliegen, met de auto nog geen 400 kilometer en met de trein twee keer overstappen in 5,5 uur. Zó dichtbij en toch zó onbekend bij de meeste mensen. Ook bij mij hoor, maar ik zag een foto in een reisgids en die wekte mijn belangstelling. Ik zag hele hoge bruggen en viaducten waar treinen overheen reden en dat vind ik leuk.
Nadat ik me wat heb ingelezen weet ik dat de hoofdstad van Groothertogdom Luxemburg opgesplitst is in een boven- en benedenstad en mede dat maakte me nieuwsgierig. Ik heb er geen voorstelling bij. Dus óp naar Luxemburg stad.
Zoals altijd heb ik een hotel geboekt vlak bij het centraal station. Niet alleen vanwege de ligging,
Tien minuten lopen vanaf het historische centrum, maar ook omdat ik de naam zo leuk vond: Auberge Gaglioti. Achteraf niet de beste buurt, maar door de vele politie die er surveilleerde heb ik me geen moment onveilig gevoeld.
Drie officiële talen
Al gauw blijkt dat het wel wat ongemakkelijk is om je verstaanbaar te maken in Luxemburg: Het land kent drie officiële talen: Frans, Duits en Luxemburg Lëtzebuergesch, maar die laatste taal spreek ik niet en is een dialect wat je als buitenstaander sowieso praktisch niet verstaat.
In de praktijk heb ik niemand Frans horen spreken en als je iemand in het Duits aanspreekt krijg je met veel weerstand een bijna onverstaanbaar antwoord. Schijnt iets met de oorlog te maken te hebben.
Sommige spreken gebrekkig Engels maar door de vele immigranten wordt het meest Portugees gesproken. Jammer genoeg heb ik daar wat moeite mee!! Het is dus een mengelmoes van talen en steeds zoeken hoe je iemand kan aanspreken, maar wel een leuke uitdaging. Lezen valt ook niet mee, maar sommige benamingen zijn echt leuk: een bank noemen ze een ‘spurkees’ wat volgens mij een vrije vertaling van spaarkas is.
Hoogteverschil
In mijn vriendenkring sta ik bekend om mijn oriëntatievermogen, ik gebruik zelden een navigatiesysteem en in onbekende steden kijk ik even op een plattegrond en dan vind ik alles heel gemakkelijk.
In Luxemburg-stad is dat wat anders; het grote hoogteverschil op een relatief kleine oppervlakte maakt dat het heel onoverzichtelijk is. Op de plattegrond vind ik het moeilijk te zien of de weg hoog of laag gelegen is en dat is lastig zoeken.
Naar het historisch centrum
Om het historische centrum van de bovenstad te bereiken lopen we via de beroemde Avenue de la Gare over de Passerelle, één van de hoogste viaducten van de stad die 45 meter boven een vallei ligt.
Luxemburg stad is klein, maar het centrum is gezellig druk met leuke restaurantjes en cafés, vaak gelegen op een pleintje met een leuk terras ervoor. De sfeer is uiterst relaxed.
Het is prachtig weer en ik ga op zoek naar iets te eten. Al snel blijkt dat er ontelbare mogelijkheden zijn, vele internationale keukens van fastfood of eenvoudig tot uitgebreid en zeer luxe.
Het winkelgebied in de bovenstad is niet groot, maar behalve kleine leuke boetiekjes zijn ook alle bekende winkelketens aanwezig. Grote namen als Prada en Chanel aan de Rue Phillip II passen bij de internationale allure die Luxemburg graag wil uitstralen.
cultuur en natuur snuiven
Maar ook in deze stad kom ik niet om te winkelen, ik wil cultuur en natuur snuiven! Eerst ga ik bij het toeristen informatiebureau de ‘Luxembourg Card’ kopen. Deze kaart geeft gratis vervoer in heel Luxemburg en gratis bezoek aan de meer dan 70 musea en bezienswaardigheden die de stad rijk is.
Vervolgens ga ik naar de kathedraal Notre Dame met zijn prachtige glas-in-loodramen.
Dan loop ik verder en opeens sta ik voor het groothertogelijk paleis, het ‘Palais Grand Ducal’. Toevallig gaat de groothertog met zijn gezin net wandelend naar de kerk, maar behalve wat extra beveiliging en een handjevol toeristen trekt dat van niemand de aandacht.
Kazematten van de Bock
Ik ga verder op zoek naar de ‘Kazematten van de Bock’. Dit is een ondergrondse militaire vesting met een groot gangenstelsel die sinds 1944 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Van oorsprong dienen deze gangen als schuilplaats voor de vijand.
Op sommige plaatsen zitten gaten in de rotswand vanwaar vroeger geschoten kon worden, maar vandaag de dag heb je een prachtig uitzicht over de stad vanaf deze plekken.
De benedenstad
Na het bezoek aan de Kazematten ga ik lopend naar de benedenstad. Het hoogteverschil is groot, op sommige plaatsen wel 70 meter. Er zijn verschillende wegen en trappen, maar gelukkig is er ook een lift waarmee je binnen een minuut beneden bent.
Zo ‘stads’ als de bovenstad is, zo rustig en groen is de benedenstad die Grund genoemd wordt.
Eigenlijk is dit deel van de stad een diepe kloof waar de rivier de Alzette doorheen stroomt. Op de oevers vind je knusse cafés en restaurantjes waar voornamelijk veel studenten te vinden zijn.
Het nachtleven schijnt er geweldig te zijn, maar overdag is het een oase van rust, vooral in het stadspark waar de kleine rivier de Petrusse loopt.
Zoals eerder gezegd, het is heerlijk weer en dat is in het park goed te merken. Groepjes mensen zitten gezellig te picknicken en schoolklasjes spelen in de speeltuin.
Philharmonie
Ik ben absoluut niet voorbereid op de verscheidenheid van de wijken en vele interessante plekken. De tijd vliegt voorbij en ik heb veel te weinig tijd om musea of concerten te bezoeken, maar van horen zeggen is het ‘Philharmonie Luxemburg’ een must voor muziekliefhebbers.
Muzikale evenementen zijn hier te beluisteren en te beleven in de Philharmonie, oftewel Grand-Duchesse Josephine-Charlotte Concert Hall. Dit extravagante architectonisch gebouw heeft een perfecte akoestiek.
De zakenwijk Kirchberg
Ik wil nog wel naar het ultra moderne zakenwijk Kirchberg. Hier zijn de grote banken en vele internationale instellingen gevestigd. Luxemburg is een belangrijke stad in het bankwezen en tevens Europese hoofdstad.
Ik stap weer op de bus en maak een rondtoer langs alle belangrijke gebouwen in de wijk en via de stalen ‘Charlottebrug’ eindig ik weer bij het centraal station.
Aan twee volle dagen in de stad heb je genoeg, tenzij je alle musea wilt bezoeken. Het is leuk om de stad te combineren met een of twee dagen omgeving verkennen en dan kan je al gauw heel veel van het Groothertogdom zien. Want zo ‘Groot’ is het hertogdom niet: Maximaal 100 kilometer van boven naar beneden en zo’n 50 kilometer van links naar recht.
Dagje naar Echternach
Ik kies voor een dagje naar Echternach, omdat die naam me van vroeger bekend in de oren klinkt. Ooit als kind wel eens geweest op kampeervakantie met mijn ouders! Het is de oudste stad van het landje en gelegen aan de Sûre in het Müllerthal.
Via de snelweg ben je er in een half uurtje, maar ik neem de bus vanaf het centraal station in de stad en via de ‘toeristische route’ reis ik naar Echternach. Vanaf het station vertrekken vele lijnbussen met routes binnen de stad, maar ook voor langere afstanden.
Via prachtig natuurgebied
Die toeristische route gaat door het prachtig natuurgebied ‘klein Zwitserland’ alwaar ik op de heenweg een onderbreking maak om een wandeling door dit ruige bos te maken.
Het gebied heeft verschillende wandelroutes en die heb ik voor vertrek bij het toeristenbureau in de stad gehaald, maar de bewegwijzering ter plekke is ook duidelijk.
TIP: Vanwege de vele rotsformaties, kloven, grotten, beekjes en watervallen is het superspannend voor kinderen.
Vervolgens weer op de bus gestapt en een klein half uurtje later ben ik in Echternach. Ook hier gezellige drukte en leuke pleintjes in het historische, autovrije centrum.De oude patriciërhuizen, de nauwe straatjes en de oude stadswallen stammen uit de middeleeuwen.
De oude Benedictijner abdij, de basiliek met haar crypte en de oude parochiekerk van St. Peter en Paul, gebouwd op een heuvel midden in de stad zijn de moeite van het bekijken waard. Net als het stadhuis op het marktplein, een opmerkelijk historisch monument uit de 15e eeuw.
Tot slot
Al met al is Luxemburg een bijzonder gezellige en onverwachte ervaring. Een zeer gevarieerde bestemming die eigenlijk geschikt is voor iedereen, van groot tot klein en van winkel-, cultuur- tot natuurliefhebbers. Deze stad is een prima alternatief voor diegene die op zoek zijn naar iets anders dan de ‘gewone’ grote bekende wereldsteden, want anders is het! Ik kan het zeker aanbevelen en zal er zelf absoluut een keer terugkeren.
Geschreven door: Marianne van Hal