Bij toeval ontdekken we tijdens onze roadtrip een prachtige streek in het Noordoosten van Italië. Mijn man en ik zijn op weg vanuit Bologna naar het zuiden van Oostenrijk. Maar we hebben geen haast en dus besluiten we om geen gebruik te maken van tolwegen, maar over rustige landweggetjes en door leuke kleine dorpjes te tuffen.
Tweetalig
Voorbij Venetië volgen we een mooie weg langs de Adriatische kust. Ik herken namen als Lido di Jesola, Caorle en Bibione als redelijk bekende badplaatsen. Opeens valt het me op dat verkeersborden en plaatsnaamborden tweetalig zijn geworden. Maar welke taal, behalve Italiaans dan?
Lang leve internet: het blijkt dat we in de regio Friuli-Venezia Giulia terechtgekomen zijn en in deze provincie spreken ze behalve Italiaans ook Friulisch. Nee, geen dialect, maar een heuse oud Romaanse taal in woord en geschrift die nog steeds een vak op de scholen is.
Agriturismo
We gaan op zoek naar een plek om te overnachten en vinden vlak bij het plaatsje Cervignano del Friuli een mooie Agriturismo. Van oorsprong zijn dit boerderijen met de mogelijkheid om te overnachten. Het echte boerenleven is bij sommige inmiddels ver te zoeken, maar die van ons doet nog steeds dienst als wijnboerderij.
De uitbater die alleen Italiaans spreekt, of misschien is het wel friulisch, doet verwoede pogingen om ons iets over de omgeving te vertellen. Hij heeft onze fietsen achter op de auto gezien en daar moeten we schijnbaar wat mee gaan doen. Gelukkig komt hij even later met een Engelstalig foldertje.
Adria fietsroute
Aha, de opdracht is om een klein gedeelte van de “de CAAR” te gaan fietsen. Deze fietsroute, officieel de Ciclovia Alpe Adria Radweg, komt bijna langs onze boerderij. Nou ja, prima, gaan we doen. Het is prachtig weer, de omgeving is vlak en we hebben de hele dag de tijd.
We vertrekken in zuidelijke richting over een prachtig aangelegd fietspad richting het schiereiland Grado. En wat een verrassing! De badplaats Grado blijkt een absolute aanrader.
Grado
Het eiland staat ook wel bekend als klein Venetië, maar de bewoners zelf noemen het Isola del Sole, oftewel het eiland van de zon. We komen aan in een leuk haventje vol vissersboten en luxe jachten. Het is gezellig druk met voornamelijk Italiaanse toeristen.
Bij het toeristenbureau halen we een plattegrondje en de aardige dame vertelt ons waar we heen moeten voor het gratis strand, want het grootste gedeelte van het lange zandstrand hoort bij de vele hotels en is niet vrij toegankelijk.
Strand
Vijf minuten fietsen en we zijn bij een enorm breed zandstrand aangekomen. We zien kleedhokjes, douches en her en der wat “baywatch” uitkijkposten. Het strand is zo groot, dat het totaal niet druk lijkt. De zeebodem loopt heel geleidelijk af en tussen het strand en de weg staat een hek. Vooral met kinderen heel overzichtelijk allemaal.
“De zee” is trouwens de Laguna di Marano in de Adriatische Zee. Het is heel helder weer en vanaf het strand hebben we een geweldig uitzicht op Trieste, Slovenië en zelfs een puntje van Kroatië aan de overkant van de baai. Als we ons omdraaien zien we in de verte de besneeuwde bergtoppen van de Alpen. Supermooi en bijzonder om te zien. Hemelsbreed is de afstand tussen de zee en de bergen maar ca. 100 kilometer.
We blijven een uurtje op het strand en vertrekken dan om het eiland verder te verkennen. We fietsen over de lange boulevard langs de zee en komen langs de stranden die bestemd zijn voor hotelgasten.
Kuuroord
Hier is het druk, hutje mutje staan de strandstoelen en parasols bij elkaar. Grado blijkt een kuuroord te zijn en erg geliefd bij de Italianen. Het zeewater is rijk aan zout en jodium, goed voor astmatische aandoeningen en het zand bevat micro-organismen en minerale zouten wat zou helpen bij reumatische aandoeningen.
Historisch centrum
Uiteindelijk zijn we het eiland rond en weer terug in het gezellige haventje. Nu is het tijd om het middeleeuwse stadscentrum te bekijken. We laten onze fietsen achter want het grootste gedeelte is voetgangersgebied.
Hoewel heel klein, is het centrum een doolhof van kleine steegjes, schilderachtige pleintjes en hofjes. Overal restaurantjes en opeengepakte vissershuisjes met balkonnetjes voorzien van kleurrijke bloemen. Dit hebben we absoluut niet verwacht in zo’n mondaine badplaats.
In de wirwar van straatjes staan we plots voor de kleine basiliek Santa Maria delle Grazie. Hier zijn prachtige, goedbewaarde restanten van vloermozaïeken uit de 5e eeuw te zien, net als bij de nabij gelegen grotere basiliek Santa Eufemia.
Al met al hebben wij een superleuke dag op het eiland Grado: heerlijke zon, aangename zee, groot strand, gezellig centrum met interessante cultuur en prachtige natuur. Zeer zeker de moeite waard voor een langer verblijf.
Maar niet nu, want we willen nog wat meer van de regio zien. Al fietsend komen we ongeveer 6 kilometer landinwaarts door het Oud-Romeinse keizerlijke stadje Aquileia. Tenminste, wat er nog van over is.
Ruïnes van Aquileia
Het is net Rome, maar dan in het heel klein en opvallend rustig. Waarschijnlijk alleen bekend bij echte liefhebbers en toevallige passanten zoals wij. We lopen langs een oude basiliek met doopkapel en toren. Verder zijn er prachtige mozaïekvloeren te zien en opgravingen van een Romeinse straat. Iets buiten het stadje bewonderen we het kerkhof.
Archeologen zijn nog steeds bezig met graven, want onder de grond moet nog veel meer liggen, maar er is nu al genoeg om op de Werelderfgoedlijst te mogen staan.
Palmanova
Omdat het te ver is om te fietsen vanaf onze agristurismo, nemen we de lokale bus om een kijkje te nemen in het stervormige vestingstadje Palmanova. Onze bus rijdt het stadje in via één van de drie smalle toegangspoorten en we stappen vlak bij het negenhoekige pleintje in het midden uit.
Behalve het pleintje en de muurschilderingen in de kathedraal vinden we er niet heel veel aan. Maar goed, we hebben ons er dan ook niet echt in verdiept. En het moet gezegd worden, van bovenaf is het echt heel bijzonder. Niet voor niks staat ook dit stadje op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Udine
Onze tijd in deze regio begint te dringen want er is heel slecht weer op komst, maar we willen toch nog even naar de provincie hoofdstad Udine. Omdat wij hier tijdens de schoolvakantie zijn merken we er niet veel van dat dit doorgaans een gezellige studentenstad is.
Maar behalve dat, is deze stad, net als de hele regio, sowieso niet heel bekend bij het grote publiek. Hoewel we prachtige gebouwen en mooie pleinen zien, is het praktisch uitgestorven.
Piazza della Libertá
We lopen naar het belangrijkste plein, Piazza della Libertá en hier is het wel wat drukker. Alle belangrijke straten komen uit op dit plein, zo ook de belangrijkste winkelstraat Via Rialto. Opvallend zijn de mooie galerijen met zuilen, Loggia’s genaamd.
We hebben ze vaker in Italië gezien, o.a. in Bologna. Behalve dat het praktisch is, we wandelen immers lekker in de schaduw, vinden wij dat het iets deftigs heeft!
Castello di Udine
Na een pittige klim komen we bij het Castello di Udine en ook hier is geen mens te zien.
Het oorspronkelijke kasteel is tijdens een aardbeving volledig verwoest maar daarna dubbel zo stevig herbouwd, zodat het latere, heftigere bevingen heeft overleefd. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht op de Alpen in het achterland.
Het belangrijkste gebouw van Udine is de kathedraal. Binnen zijn mooie fresco’s te zien, maar manlief heeft genoeg van kerken, pleinen, mooie gebouwen en ruines. Hem maak ik blij met een bezoek aan het stadion van de voetbalclub Udinese.
Stadion Friuli
Stadio Friuli /Dacia Arena ligt er verlaten bij, maar ondanks dat het niet de juiste dag is waarop de “Stadium Experience” plaatsvindt, mogen we toch even om het hoekje gluren. Man ook weer blij!
We sluiten onze reis in de regio Friuli-Venezia Giulia af met een lekker biertje op een terrasje vlakbij het stadion.
Birra Moretti
Nu pas ontdekken we dat het Italiaanse bier, birra Moretti, wat we gedurende de reis hebben gedronken, hiervandaan komt. Het biermerk werd in 1859 in Udine opgericht door Luigi Moretti. Inmiddels is het in handen van bierbrouwerij Heineken, maar het wordt nog steeds volgens de Italiaanse traditie gebrouwen.
Conclusie
Deze roadtrip door Italië begonnen we bij Cinque Terre aan de noordwestkust (LEES HIER) en we eindigen hier aan de noordoostkust. De tegenstelling is enorm. Zo druk en toeristisch als het daar was, zo rustig en onontdekt is het hier. Maar ze hebben ook heel veel gemeen: mooie stranden, heerlijk zeewater, schitterende natuur, pittoreske dorpjes, interessante steden, lekker eten en drinken. Kortom typisch Italiaans en allebei zeer de moeite waard.
TIPS:
- Breng een bezoek aan Triëst, op maar 80 kilometer vanaf Udine
- Maak een dagtocht naar Slovenië. Hooguit 40 kilometer en je bent al bij de grens
Geschreven door: Marianne van Hal