Na een geweldige eerste helft van onze rondreis door Bali (lees hier), komen we aan het begin van de avond aan in ons hotel in Ubud. Heel mooi gelegen, iets buiten het centrum van Ubud met verschillende zwembaden en een prachtig uitzicht.
We slapen in een Lumbung, een sfeervol huisje met rieten dak.
Ubud
Ubud is het culturele hart van Bali, een drukke stad met veel leuke, hippe restaurantjes, winkeltjes en kunstgalerijen.
Verder worden overal in Ubud massages en Yogalessen aangeboden. Bijzonder in Ubud is dat als je het centrum uitloopt je je meteen tussen de rijstvelden bevindt, een oase van rust net buiten het drukke Ubud.
Lokale markt
De volgende morgen bezoeken we de Pasar Seni Market, die midden in het centrum van Ubud ligt. Er zijn kleurige, volgepropte kraampjes met kleding, sieraden, kruiden, souvenirs en allerlei andere prullaria. We zijn helemaal blij met de leuke souvenirs die we daar kopen.
Op aanraden van een bekende bezoeken we Café Lotus, om de hoek bij de markt. Wat een oase van rust daar midden in de drukte. Het café/restaurant heeft een grote tuin met vijvers vol met lotusbloemen.
Achter in de tuin, verstopt achter een deur, ligt een tempelcomplex, de Pura Taman Saraswati. We krijgen een sarong om en dwalen lekker rond tussen de tempels.
Raften
Na een lekker ontbijtje worden we de volgende dag om 9.00 uur opgehaald door een taxi die ons naar Rendang brengt voor ons raft-avontuur. Na de instructies krijgen we zwemvesten aan en stappen we met ons vieren en de gids in ons raft. We varen door de prachtige, ongerepte natuur. Snelle en langzame stroomversnellingen, onder watervallen door, langs rotspartijen. Af en toe vliegen we op de rotsen af, of tollen we rond, we snappen dat we onze helmen niet voor niets hebben gekregen.
Na 18 kilometer en 3 uur varen nemen we afscheid van onze gids. Nog vol verhalen over de prachtige tocht schuiven we aan bij de lunch die voor ons klaar staat.
Fietstocht
De volgende dag staat er weer een mooie toer op het programma, op de fiets ditmaal, al in Nederland gereserveerd via ons reisbureau. Na een uur met de auto worden we afgezet in Kayuamba, vanwaar we 24 kilometer gaan afdalen naar Beng. Als ik het op de kaart bekijk heb ik het idee dat we half Bali doorfietsen. We krijgen alle vier een helm op, maken onze mountainbikes op maat en starten de afdaling in ons groepje van 11 personen onder leiding van twee ervaren gidsen.
De gidsen kennen de omgeving op hun duimpje en daardoor komen we op plekken die we zelf nooit gevonden zouden hebben. Af en toe gaat het flink hard naar beneden, maar vaak ook in een rustiger tempo zodat er alle tijd is om om ons heen te kijken. Onderweg vertelt de gids honderduit over het typische Balinese leven, de rijstvelden, de goden en het offeren.
Op een gegeven moment pakt hij een enorme spin uit een boom, zo groot als zijn hand, brrr.
Schoolbezoek
We rijden door naar een schooltje waar we afstappen en lekker rond kunnen kijken. De kinderen dragen uniformen en we kijken in de klassen waar les gegeven wordt.
In Bali gaan kinderen alleen ’s morgens naar school, maar wel 6 dagen in de week.
Prachtig groen
We fietsen verder langs de vele rijst- en maisvelden, koffie- en bananenplantages. Prachtig groen is het overal in Bali.
Onderweg komen we langs honderden kleine familietempels waar vrouwen in kleurrijke kleding rijstoffers brengen. Ook wemelt het er van de kleine, rommelige winkeltjes en marktkraampjes.
Op bezoek bij een kampong
We stoppen bij een huis dat we van binnen mogen bekijken. Op Bali blijven families bijna altijd bij elkaar wonen op het land van de ouders. Als de zoon trouwt en kinderen krijgt wordt er vaak een huisje gebouwd op dat land. Het gevolg is dat ouders met broers en zussen (dat zijn dus ooms en tantes) en kinderen en kleinkinderen allemaal bij elkaar wonen op een klein stukje land met allemaal kleine huisjes erop. Alleen begane grond met vaak matrassen op de grond. Er is een halfopen huisje waar gekookt wordt voor de hele familie.
En er zijn plekken waar de dieren gehouden worden, kippen, een of twee varkens en/of koeien. Elk familiehuis heeft een eigen tempel, vaak nog groter dan de delen waar geslapen wordt. Verder leeft men voornamelijk buiten. Op de kampong die wij bekijken wonen ze met 22 personen. Bijzonder hoe ze met zo’n grote groep op zo’n klein oppervlakte kunnen leven.
Na de fietstour rijden we terug naar Ubud, naar het huis van de eigenaar, waar we genieten van een heerlijke, uitgebreide rijsttafel.
Balinese dansvoorstelling
De volgende dag laten we ons eerst 3,5 uur in de watten leggen in een Balinese spa.
Daarna bezoeken we een Kecak voorstelling, een traditionele Balinese dansvoorstelling met een vuurdans.
Ook al is het moeilijk de symboliek van zo’n Balinese dans te begrijpen, het is een echte belevenis. De sierlijke hoofd- en handbewegingen en de opzwepende muziek maken een onvergetelijke indruk op ons.
Seminyak
Na 5 nachten is het tijd om Ubud te verlaten en rijden we naar Seminyak, gelegen aan de zuidwestkust van Bali, ten noorden van Kuta.
Ik heb gekozen voor Seminyak, omdat het het meest trendy dorp van Bali is, iets wat onze dochters van 16 en 17 zullen waarderen. Ook is het een geweldige plek om te leren surfen. Onze jongste dochter heeft daar al maanden haar zinnen op gezet. Op het strand heb je talloze plekken waar ze surfboards verhuren en lessen geven, dus na even onderhandelen staan we klaar voor haar eerste surfles.
Na een kwartier droog oefenen gaat ze de zee in en vol verbazing kijken we toe hoe ze al binnen een half uurtje op de plank blijft staan en de ene na de andere golf afsurft!
Ook hier hebben we een prachtig hotel en slapen we in een Lumbung.
We winkelen in de hippe boetiekjes, genieten hier van de mooie stranden en van het uitzicht vanuit het trendy restaurant Ku De Ta en we luieren bij het hotelzwembad.
Zonsondergang bij Jimbaran
Op dag 3 nemen we de taxi naar Jimbaran, een dorpje op 15 kilometer ten zuiden van Seminyak. We gaan erheen om de prachtige zonsondergang vanaf het strand te bewonderen. Wat een drukte onderweg, door de duizenden auto’s en scooters in het drukke zuidwesten van Bali doen we er 1,5 uur over om de 15 kilometer af te leggen.
Op het strand genieten we van de zonsondergang, eten we heerlijke maiskolven, maar besluiten we de rit verder naar de Uluwatu tempel over te slaan en keren we terug naar ons hotel.
Naar het oosten
Ook hier vliegen de dagen om en na 4 nachten zitten we in de taxi voor ons laatste verblijf van de vakantie aan de oostkust. De schitterende groene natuur en de rustige omgeving is de trekpleister van het oosten van Bali. Hier vind je nog de authentieke dorpjes waar de tijd heeft stilgestaan.
Oost-Bali was vroeger het gebied van drie vorstendommen: Klungklung, Bangli en Karangasem.
In deze streek staan dan ook nog veel oude tempels en paleizen. Het voornaamste kenmerk van Oost-Bali is de vulkaan, de Gunung Agung. Vanuit onze villa, die nabij het dorpje Ujung ligt, kijken we hierop uit. Iets verder naar het westen ligt de Gunung Batur, een vulkaan met een kratermeer.
Villa met uitzicht op vulkaan
In onze villa worden we ontvangen door de staf Eva en Putu, 2 hele lieve meiden die voor ons koken en de villa schoonhouden. De villa is de perfecte mix tussen het westerse moderne comfort en de authentieke Balinese stijl. Binnen en buiten lopen als het ware in elkaar over. We genieten van het kleine zwembadje en het mooie uitzicht op de vulkaan.
Vanuit de villa lopen we zo het dorpje in. Het is daar helemaal niet toeristisch, daarom zijn wij een ware bezienswaardigheid. Mensen spreken ons aan, willen met ons op de foto en nodigen ons thuis uit. Zo bijzonder! We delen ballonnen uit aan en binnen no time staan er 15 kinderen om ons heen.
We lopen door het dorpje en kopen zo hier en daar wat te snoepen, te drinken en muggenspul. Alleen maar omdat we het contact met de mensen zo leuk vinden en omdat we ze ons geld ‘gunnen’. Wat voor ons kleingeld is, is voor hun tenslotte veel geld.
Op pad met de scooter
De staf huurt 2 scooters voor ons zodat we gemakkelijk de omgeving kunnen verkennen. Dit is eigenlijk de enige plek op het eiland waar je veilig kunt scooteren, omdat het hier rustig is op de weg. Wel blijft het goed opletten, want met kuilen in de weg en mensen die je links en rechts voorbijgaan, zit een ongeluk in een klein hoekje en in Bali wil je niet in een ziekenhuis belanden.
Strand van Pasir Putih
Op een kwartier rijden per scooter ligt het verborgen strand van Pasir Putih (white sand beach), een afgelegen, mooi, wit zandstrand dat met kokospalmen wordt omringd. Op het strand zijn enkel een half dozijn warungs (authentieke restaurantjes) die van bamboe en palmbladeren zijn gemaakt.
We huren ligbedden en parasols en duiken het mooie water in. Er zijn flinke golven en we hebben moeite om ons staande te houden zo langs de rand van het strand, maar als we eenmaal wat dieper zijn kunnen we heerlijk dobberen op ons luchtbed.
Waterpaleis van Tirtaganga
Een dag later brengen we een bezoek aan het waterpaleis van Tirtaganga. Dit was een buitenverblijf voor de voormalige koning en werd gebouwd in 1947. De tuinen die om het paleis liggen zijn prachtig.
In de villa worden we verwend door Eva en Putu, 3 maaltijden per dag en tussendoor heerlijke fruit shakes. Als je een villa huurt op Bali betaal je de dames boodschappengeld. Je geeft je wensen door qua maaltijden, dat kan Oosters zijn hetgeen het lekkerste is natuurlijk, maar een pasta of frietjes zijn ook mogelijk. De dames doen boodschappen op de markt en in de supermarkt en bereiden heerlijke maaltijden.
Tijdens het verblijf hebben we vrij veel contact met Eva en Putu, ze vertellen ons veel over het leven daar en wij vertellen ze over het reilen en zeilen in Nederland. Het verblijf in een villa geeft op deze manier wel een extra touch aan de vakantie op Bali.
Na 24 dagen is er nu echt een einde gekomen aan onze fantastische reis en stappen we voor de laatste keer in de taxi. Ditmaal voor de transfer naar de luchthaven. Vol prachtige herinneringen vliegen we terug naar Nederland.
Tot slot
Als ik terug kijk op onze vakantie vind ik Bali een droomeiland met zon, zee, mooie stranden en heerlijke massages. Toch denk ik vooral aan die authentieke cultuur; de ontelbare tempels, kleine eetstalletjes en volgepropte winkeltjes. En dan niet te vergeten de geweldige natuur met vulkanen, rijstvelden en prachtige bloemen. De lieve bevolking en de heerlijke Oosterse gerechten maakten onze reis compleet.
Een vakantie die we nooit zullen vergeten! We komen zeker nog een keer terug.
Tips en weetjes
- Dansvoorstelling: In Ubud is er keuze te over aan dansvoorstellingen. Er zijn dagelijks voorstellingen op verschillende plaatsen in de stad. Als je bij de markt loopt zul je ongetwijfeld wel een flyer in je handen gedrukt krijgen, posters zien of gewoon aangesproken worden door een verkoper. Wij reserveerden via de taxichauffeur, maar ook in een hotel zullen ze graag een reservering voor je maken.
- Hippe strandtent in Seminyak: KU DE TA is een hele hippe strandtent vanwaar je prachtig de zonsondergang kunt zien. Trendy, luide muziek, druk, duur, maar wel een belevenis!
- Pennen of ballonnen: Als je in contact wil komen met de lokale bevolking is het leuk om pennen of ballonnen mee te nemen vanuit Nederland.
- Scooter huren: Kijk uit voor je op een scooter stapt op Bali. In het zuidwesten (rond Kuta) en in Ubud is het enorm druk op de weg. Er wordt links gereden en iedereen rijdt kris kras door elkaar heen op de niet al te beste wegen. Voorzichtigheid is geboden. Wij hebben om die reden voornamelijk een scooter gehuurd in het rustige oosten. Als toerist ben je al gauw schuldig bij een ongeluk en in een ziekenhuis belanden is ook niet fijn in het buitenland.
- Pinnen: Pinnen is gemakkelijk op Bali, de meeste grote plaatsen hebben meerdere pinautomaten. Je pinpas moet voorzien zijn van een Maestro- of Cirrus-logo om geld op te kunnen nemen en het is gunstiger te pinnen met een pinpas dan met een creditcard, waarbij de kosten hoger zijn. Bij de pinautomaten gelden maximale bedragen die je per keer op kunt nemen, deze bedragen verschillen per bank. Het is het slimst de maximaal toegestane bedragen te pinnen, omdat je opnamekosten moet betalen aan de bank. Als het maximale bedrag niet genoeg is, kan je daarna nogmaals pinnen. Verder is het verstandig te pinnen bij een bankgebouw. Mocht er iets mis gaan, dan kan je direct naar binnen gaan om het op te lossen. Ook is de kans op skimmen dan kleiner. Als laatste: zet je pas voor vertrek uit Nederland op wereld, anders is pinnen niet mogelijk. Let er sowieso op dat je in Indonesië je pas terug neemt nadat je je geld hebt ontvangen. De kans is groot dat je deze in de automaat laat zitten, omdat je van thuis gewend bent dat je eerst je pas terug moet nemen, voordat het geld tevoorschijn komt.