Regio Achensee in Oostenrijk, the place to be!

Van kinds af gaan ging ik met mijn ouders al met de caravan kamperen in Oostenrijk. Vanwege de zon en de schone berglucht, volgens mijn vader. Zes weken op de camping aan een heerlijk meer, de hele schoolvakantie lang. Later gingen we ook in de winter, want we wilden graag leren skiën en snowboarden.

We zijn uiteindelijk blijven plakken in Maurach am Achensee, waar we nog steeds een paar keer per jaar met onze familie vakantie vieren. De Achensee ligt op 900 kilometer van Utrecht, gemiddeld zo’n 10 uur rijden met de auto. Een ideale bestemming en een goed alternatief wanneer een vliegvakantie, zoals in de coronatijd, niet of nauwelijks mogelijk is.

Trouwens, heel Oostenrijk is altijd al een buitengewoon fijn vakantieland. Prachtige natuur met hoge bergen en diepe meren, heel geschikt voor zomer- én wintervakantie.

Achensee

Zoals de naam al aangeeft, is de regio genoemd naar een prachtig blauw bergmeer, de Achensee (een Duitse ‘See’ is bij ons een meer en andersom is een zee in het Duits een ‘Meer’). Het meer ligt in een vallei op 900 meter boven zeeniveau aan de Noordelijke kant van de Alpen (deze bergketen loopt dwars door het midden van Oostenrijk) en is het grootste en diepste meer van de provincie Tirol.  Rondom het meer zijn drie kleine bergdorpjes: Achenkirch, Pertisau en Maurach. Nou ja, eigenlijk vier, maar Steinberg is wel héél klein en ligt wat afgelegen.

Gesmolten sneeuw, hoog uit de bergen, stroomt via kronkelende beekjes en watervallen naar beneden het meer in.  Het water is kraakhelder, maar ook ijskoud, zeker in het begin van de zomer. Ondanks de lage temperatuur is het toch heerlijk om op warme dagen bij één van de verschillende strandjes rondom het meer te gaan zwemmen. Oostenrijk heeft trouwens ook genoeg meren die qua temperatuur warmer zijn. Van sommige kan de watertemperatuur in de zomer wel boven de 25 graden zijn.

Actief in de bergen

Tijdens het zomerseizoen wordt er in veel regio’s in Oostenrijk van alles georganiseerd door plaatselijke toeristenbureaus. Zo ook door het  ‘Achensee tourismusverband’. Dit VVV heeft speciale programma’s voor kleine kinderen, jeugd, volwassenen en families. Er is zóveel te doen: bijvoorbeeld zeilen, (kite)surfen, duiken, canyoning, tubing of wildwater zwemmen. Je kunt klettern (bergbeklimmen of afdalen), paragliden, golfen of paardrijden.

Hardloop- en Nordic Walkingroutes zijn volop beschikbaar en de georganiseerde wandeltochten, soms met overnachting in een berghut, zijn erg populair. Bijvoorbeeld met als thema wildspotten of bijzondere bloemen en planten bekijken. Er zijn gratis wandelkaarten voor individuele wandelaars verkrijgbaar en het is leuk om met een speciale stempelkaart alle stempels te verzamelen die je bij het kruis van de omliggende bergtoppen in het Karwendelgebergte kan halen.

TIP voor wandelaars van de Oostenrijkers zelf: zorg dat je rond 16.00 uur de bergen uit bent want het weer kan heel plotseling omslaan en het is donker voordat je ’t weet. Onderschat de bergen niet! In de loop der jaren heb ik al heel wat waargebeurde horror verhalen gehoord.

Verder is mountainbiken, maar ook racefietsen een geliefde sport in Oostenrijk. Een goede conditie is noodzaak, want hoewel afdalen vanzelf gaat, moet je natuurlijk ook omhoog klimmen.  Óf, voor de minder geoefende fietser, is een E-bike een goed alternatief. Let wel: er zijn fietspaden, maar meestal niet in de bergdorpjes en al helemaal niet op de slingerende wegen met haarspeldbochten. Kan best gevaarlijk zijn hoor, dat fietsen op de openbare weg!

Niks doen

Maar lang niet iedereen wil in zijn vakantie heel actief zijn. En daar gaat het vaak mis bij de keuze van een geschikt vakantieland. Men denkt bij Oostenrijk gelijk aan bergen en dus wandelen of anderszins actief zijn,  maar de meeste vergeten dat je ook gewoon niks kunt doen. Op de verschillende strandjes rondom de Achensee kan je lekker luieren en zonnen, een beetje pootjebaden of dobberen op het meer en genieten van de natuur. Je kunt een bootje  huren en gaan varen, of vissen,  maar je kunt ook een tocht over het meer maken met één van de verschillende rondvaartboten.

Ik ken mensen die al moe worden als ze alleen al kijken naar de top van een berg, maar toch graag wat dichterbij diezelfde top zouden willen zijn. Die mensen neem ik mee omhoog in de gondellift en bovengekomen nemen we een hapje en drankje bij één van de ‘almhütten’. Niks niet vermoeiend, lekker op een terrasje van het zonnetje en het prachtige uitzicht genieten. En gewoon met de gondel weer naar beneden!

Toeristen krijgen sowieso met de gratis ‘Achenseecard’ verschillende kortingen en kunnen gratis met de regiobus reizen, maar met de ‘Erlebniscard’, te koop bij het VVV,  kun je onbeperkt reizen met de bergliften en rondvaartboten op en om de Achensee. Ook zijn verschillende musea en bezienswaardigheden gratis toegankelijk. De meeste Oostenrijkse vakantieregio’s hebben een soortgelijke kaart.

Overnachten

Voor het echte vakantiegevoel wil je natuurlijk ook lekker kunnen eten en slapen. Rondom de Achensee zijn verschillende soorten accommodaties: Hele eenvoudige berghutten, kleine pensions met ontbijt (ongeveer gelijk aan een Bed&Breakfast), vakantiehuizen en een paar grote All Inclusive hotels.

Maar de meest gebruikte accommodaties zijn de hotels op basis van half pension. Meestal vrij luxe hotels met eigen zwembad, wellness of spa. En niet onbelangrijk, een goede, uitgebreide Oostenrijkse keuken.

Restaurants

Zoals hierboven omschreven bieden de meeste hotels een ontbijt en diner aan, maar toch zijn er in de dorpen rondom de Achensee voldoende restaurants te vinden. De Wienerschnitzel kent iedereen wel en staat bijna overal op de kaart, maar probeer ook eens de Kaiserschmarren  (heerlijke eierpannenkoeken met vruchtenmoes), of Tiroler Gröstl
(pannetje met aardappels, spekjes en ei).

Lekker als lunch of tussendoortje is de Germknödel, heerlijk zoet deeg, warm geserveerd met vanillesaus en maanzaad. Gewoon een keer proberen!

Uitstapjes

Behalve sportievelingen, luilakken, bourgondiërs en natuurliefhebbers zijn er ook mensen die tijdens hun vakantie cultuur willen snuiven, of willen winkelen. Het spreekt voor zich dat de kleine bergdorpjes rondom de Achensee geen enorme winkelparadijzen zijn. Behalve supermarkten en sportwinkels zijn er een paar kledingzaken en wat souvenirs winkeltjes.
Voor het echte werk kan je naar Schwaz gaan (ca. 15 rijminuten), maar Innsbruck, de hoofdstad van Tirol,  is een betere keus. Half uurtje met de auto maar beide steden ook mogelijk binnen een uur met bus en trein.

Cultuur

Behalve om te winkelen is Innsbruck een mooie, gezellige stad om te bezoeken. In de binnenstad, ‘de historische Altstadt’, kan je diverse kerken, musea en het beroemde huis met het gouden dak bewonderen.
Wat je zeker niet mag missen is de dierentuin. Deze Alpenzoo is  hoger gelegen, iets buiten het centrum, tegen de bergen aan. Met de auto goed bereikbaar, maar leuker is het om met de tandradbaan vanuit het centrum te reizen. Juist de ligging maakt deze dierentuin zo bijzonder, maar ook het aanbod:  voornamelijk dieren die in het Alpengebied voorkomen. Echt de moeite waard.

Minder mooi weer

De zomers in Oostenrijk zijn met een gemiddelde temperatuur van 24 graden warmer dan bij ons. Maar het weer is wel onvoorspelbaar en grimmig. Een weersomslag kan heel plotseling zijn, maar door de bergen, ook heel plaatselijk. Regen gaat in de berggebieden vaak gepaard met stevige buien, onweer en bliksem. Het kan dan echt flink spoken! Kortom, rondom de Achensee is het ook wel eens wat minder mooi weer en wat dan te doen?

Nou, genoeg hoor! Op een prachtige locatie aan het meer bevindt zich het Atoll, een subtropisch zwembad met sauna’s, wellness, fitness, sporthallen met o.a. een klimwand en restaurants.

De verschillende kleine, lokale musea in Maurach, Pertisau en Achenkirch zijn leuk om te bezoeken op een regenachtige dag. Maar ook de wat verder gelegen attracties (op max. 30 rijminuten) zijn de moeite waard. Bijvoorbeeld de ‘Swarovski Kristallwelten’ in Wattens,  Schloss Tratzberg in Jenbach of een bezoek aan de zilvermijn in Schwaz.

Beste reistijd

Het vroege voorjaar, en dan bedoel ik de maanden april en mei, zijn niet de beste tijd om naar Oostenrijk te gaan. Het winterseizoen is net ten einde en de Oostenrijkers sluiten massaal de deuren van hun hotels, pensions en appartementen.

De natuur komt net onder de sneeuw vandaan en moet nog op gang komen en wandelen is op veel plekken onmogelijk. Daar waar de sneeuw nog niet weg is zijn wandelpaden afgesloten en ook de bergliften hangen anderhalf tot twee maanden stil en musea zijn gesloten. Samengevat: niks te beleven!
Vanaf eind mei begint het zomerseizoen pas écht en gaat door tot eind oktober. Na de herfstvakantie sluit alles weer, totdat half december het wintersportseizoen begint.

Tot slot

Tijdens het seizoen is het gebied rondom de Achensee een op en top vakantiebestemming.
Voor heel veel mensen geschikt: Jong en oud, avonturiers, sportievelingen, levensgenieters en bourgondiërs, luilakken, gezinnen met kinderen,  cultuur- en natuurliefhebbers.

TIPS

  • Abenteuerpark Achensee, een openlucht klimpark met verschillende parcoursen. Uitdagend voor iedereen door de opbouwende moeilijkheidsgraad.
  • Wandelen door de Wolfsklamm in Stans. Spannende tocht door een kloof met een wildstromende beek.
  • Dagtripje naar Salzburg, de stad van Mozart. Of München, super om te winkelen, leuk voor autoliefhebbers (BMW Museum) en/of voetbalfanaten (Allianz Arena).

 

Geschreven door: Marianne van Hal

Gelderland: de Achterhoek, Hanzesteden en de Veluwe

Dit voorjaar ontdekken we de pracht van Nederland en wel onze grootste provincie: Gelderland. We hebben een modern huisje geboekt op een kleinschalig en open park aan een zijarm van de IJssel.

Vanaf ons eigen huis in de drukke Randstad rijden we in ongeveer anderhalf uur naar Dieren, hier halen we voor de eerste avond en ochtend alvast wat te eten en drinken.

Onze eindbestemming is Olburgen, gelegen aan de overkant van de IJssel. Olburgen is normaal gesproken zonder oversteek met een pontje te bereiken, echter de receptie van het bungalowpark heeft ons erop geattendeerd dat er een wegafsluiting is en dat dit dan de meest eenvoudige en snelle route is.

Het laatste stukje gaat dan ook via dit pontje. Voor het gemak kopen we meteen een 10-rittenkaart, want deze oversteek zullen we wel vaker gaan maken de komende dagen.

Bungalowpark

Op het park zijn diverse watertjes en wij hebben vooraf gekozen voor een fijne bungalow aan het water. Er ligt een ruime tuin omheen met een prachtige grasmat en terras. Hier gaan wij ons de komende anderhalve week wel vermaken. Het is inmiddels al tegen het einde van de middag en we genieten nog even met een drankje van de avondzon.

Het is altijd even wennen om te slapen in een andere omgeving, zeker met al die kwakende kikkers. Op een bepaalde manier eigenlijk best rustgevend.

Naar Zutphen

Vandaag staat een bezoek aan de plaats Zutphen op het programma, een klein half uurtje rijden. Één van de prachtige Hanzesteden van Nederland, gelegen aan de IJssel.

Hanzesteden zijn ontstaan in de late Middeleeuwen (midden 12e eeuw) als samenwerkingsverband van handelaren en steden. Door deze samenwerking probeerden ze hun handel te beschermen en uit te breiden. Hanzesteden zijn in Duitsland ontstaan en uitgebreid naar de Lage Landen. Zutphen is al meer dan 1700 jaar oud en daarmee één van de oudste steden van Nederland.

Dit is terug te zien in de prachtige historische gebouwen, kerken en pittoreske straatjes. We slenteren langs de gebouwen en lezen af en toe een bordje wat erop hangt. Ons doel voor vandaag is: rustig aan! Dat doen we dan ook door lekker op een terras te gaan zitten in de Oude Bornhof voor de lunch. Dit is wat je noemt een oase van rust in het centrum van de stad.

Na de lunch lopen we nog wat winkels in en zo tegen het einde van de middag zijn we weer terug in ons huisje. We gooien de openslaande deuren naar het terras open en een miezerbuitje later zitten we buiten. Genietend van de stilte met slechts vogel- en kikkergeluiden. Vakanties gaan bij ons nooit voorbij zonder een spelletje. Vanavond wordt het Rummikub.

Naar het openluchtmuseum

Na het ontbijt maken we ons de volgende ochtend klaar voor vertrek. Het is lekker weer, dus het dak (van de auto) kan eraf!

Via het pontje rijden we richting Arnhem naar ons favoriete museum: Het Nederlands Openluchtmuseum. Van te voren hebben we afgesproken om de route eens tegen de klok in te lopen in plaats van met de klok mee. We beginnen dus in de Amsterdamse Jordaan. Terwijl we het gezellige Café Tante Stien binnenlopen, zien we nog net de tram naar de Coolsingel voorbij rijden.

Zo dicht liggen Amsterdam en Rotterdam bij elkaar in Arnhem. Via de Stellingmolen van Delft belanden we op het sfeervolle Indische achtererf. Wat we normaal gesproken dus bijna aan het einde bezoeken, doen we nu al heel snel, mijn favoriet: de Tilburgse Arbeiderswoningen. Dit is een rijtje van vier geschakelde arbeiderswoningen welke ingericht zijn naar vier perioden, 1860, 1910, 1950 en 1970.

Zo mooi om te zien hoe het wonen in de loop der jaren verandert in zowel comfort als inrichting. Na een klein biertje in de bierbrouwerij van Ulvenhout, is het tijd voor de lunch. Hiervoor lopen we, via de ophaalbrug van Ouderkerk aan den Amstel, de Zaanstreek in met haar typisch groene gebouwen. Eerst maar even kijken bij het Chinees Restaurant, oh dit is ook een museumstuk, geen nummertje 72 met nasi te verkrijgen dus. Ons maar verlekkeren in de Bakkerij dan, om uiteindelijk toch neer te zakken op het terras van de Poffertjeskraam uit Epe.

Na de lunch slenteren we nog wat door de tuinen van de kwekerij en de kruidentuin. Terloops raken we bij de boerderij van Etten-Leur nog verzeild in een verhaal over het kalfje Vlekje, waarbij we zelf de geluiden zijn van respectievelijk een koe en een schaap. Hierna lopen we langs de Jaknikker van Rotterdam naar de Zuivelfabriek Freia in Veenwouden.

De tijd vliegt en we besluiten om ons alvast langzaam richting uitgang te gaan bevinden. Natuurlijk niet zonder nog een bezoek te brengen aan de tramremise van Arnhem en de Van Gend & Loos loods uit Tiel. Ook altijd indrukwekkend is Molukse barak uit Lage Mierde. Als laatste lopen we onze andere favoriet nog even binnen, de woonboerderij van Hoogmade. Doordat deze er nog niet zo heel lang staat is deze qua inrichting erg herkenbaar.

Plus deze boerderij komt uit de gemeente waar we zelf wonen, maar moest echter wijken voor de aanleg van de hogesnelheidslijn. Ik heb deze boerderij dus ook nog op zijn oorspronkelijke plek zien staan. We sluiten ons bezoek af met een drankje op het terras en natuurlijk de Museumwinkel.

Lappendeken

De volgende ochtend starten we heel rustig op. Vannacht heeft het flink geregend en de laatste druppels van de dag vallen nog. Lunchen kunnen we uiteindelijk wel heerlijk buiten doen op ons terras en we besluiten er toch nog even op uit te gaan. Gisteren reden we langs een bord met daarop ‘Lappendeken’, dat maakte ons nieuwsgierig.

Lappendeken blijkt een wandeling van ongeveer 5 kilometer te zijn op de Veluwezoom. We volgen vanaf de parkeerplaats de groene pijlen en al heel snel zien we twee jonge herten het pad overschieten. Even later zien we ze op een heuvel staan, waar ze lekker aan het eten zijn.

Prachtig om daar gewoon eens tien minuutjes naar te gaan staan kijken, met op de achtergrond het gefluit en getjilp van vogels. We lopen verder over lange beukenlanen in het bos en als een fijne oase is daar een heerlijk terras. Tijd voor een lekker verfrissend drankje. Na deze onderbreking lopen we zachtjesaan weer terug richting de parkeerplaats en komen nog langs een weide met Schotse Hooglanders en wilde zwijnen.

Deze staan op een weiland, met daaromheen andere stukken grond. Hier komt de naam ‘Lappendeken’ vandaan. Doordat deze akkers vroeger elk een andere eigenaar hadden en er diverse gewassen verbouw werden, zag het eruit als een lappendeken. Nadat we weer in de auto zitten, rijden we nog even een klein ommetje door het Nationaal Park Veluwezoom.

Alvast op voorverkenning voor later in deze vakantie.

Apenheul

De volgende dag alweer. Vandaag hebben we weer een uitje gepland staan. En wel naar de Apenheul in Apeldoorn. Na het ontbijt maken we eerst weer de oversteek met het pontje en vervolgens rijden we in een half uurtje naar Apeldoorn. Op dit soort dagen, met heerlijk weer en een cabrio kiezen we altijd voor wegen binnendoor. Heerlijk is dat.

Nadat we geparkeerd hebben, lopen we in een minuut of 10 naar de ingang van de Apenheul. Altijd leuk om aapjes te kijken. Al snel zien we wat doodshoofdaapjes in de bomen slingeren en via de dwergapen en de maki’s komen we bij de bonobo’s. Wat een leuke beesten.

Er zijn 2 jonge apen bij en die geven een vermakelijke show weg door elkaar achterna te zitten om een tak verse blaadjes,  om vervolgens muisstil aan één arm langs de wand te gaan hangen. Schitterend! Minstens zo vermakelijk zijn de orang oetans. Ook hier stelen de kleintjes de show met heel eenvoudig een afwasteiltje. Je laat hem door je moeder vullen met water en gaat er lekker mee spelen.

Ben je het zat? Dan gooi je het teiltje leeg en zet je hem met handen en voeten op je hoofd. Hoe leuk is dat? En die mensen maar kijken! Na nog langs de gorilla’s te zijn gelopen en de slingerapen, is het tijd voor een verlate lunch. Het is heerlijk weer, dus het wordt wederom een terras.

Paleis ‘t Loo

We zien dat het pas rond tweeën is en bedenken dat er wel meer moois is in Apeldoorn, namelijk Paleis ’t Loo. Op dit moment wordt het paleis zelf verbouwd en vernieuwd, maar de tuinen en stallen zijn wel geopend. Op de parkeerplaats spotten we direct een AA-kenteken. Spannend!

Vanaf de ingang lopen we eerst langs de stallen, die bewaren we tot het eind. We lopen dus eerst door naar de tuinen. Het advies aan de poort was om eerst het paleisdak op te gaan. Met een soort gesloten bouwlift wordt je bovenop het dak gebracht. Vanaf het dak heb je prachtig zicht op de tuinen, maar ook op de verbouwing die aan de gang is. Mooi om te zien.

Met de trappen langs de steigers lopen we weer naar beneden om vanaf daar de tuinen te betreden. De tuinen zijn er al sinds de 17e eeuw, echter in de loop der tijd zijn ze wel diverse malen van gedaante veranderd. In de 17e eeuw zijn ze aangelegd als barokke tuin in opdracht van Koning-stadhouder Willem III. Het werd een symmetrische tuin met veel parterres, fonteinen en historische beplanting. Aan het begin van de 19e eeuw veranderde de tuin in een park met kronkelende paden, bosjes, struiken en veel soorten bomen.

In de jaren tachtig (1984) zijn de tuinen weer terug gebracht in de barokke stijl van de 17e eeuw met hier en daar ook wel wat modernere planten. We slenteren lekker door de tuinen, langs de fonteinen en beelden. Buiten de traditionele beelden van goden en godinnen uit de Griekse mythologie, staan er tijdelijk ook een viertal moderne beelden.

Het zijn de elementen ozon, lachgas, methaan en koolstofdioxide. Ze staan symbool voor de veranderende aarde onder invloed van menselijk handelen.

De stallen

We lopen de tuinen weer uit en gaan weer terug richting de stallen. Aan twee zijden staan stallen en daartussen zogenaamde koetshuizen. Hierin staan diverse koninklijke rijtuigen, sleden en auto’s tentoongesteld.

Naast diverse jachtrijtuigen staat hier ook het witte rijtuig welke dienst heeft gedaan als lijkwagen bij de uitvaart van Koningin Wilhelmina. De stallen zijn behoorlijk leeg, helemaal achterin staan nog twee paarden. Naar zeggen is een van de paarden Benito, het favoriete rijpaard van Prinses Beatrix.

Het terras van het restaurant Prins Hendrik Garage ziet er met haar schommelstoeltjes wel heel aanlokkelijk uit. Ach, het is er ook wel weer tijd voor. Terug gekomen op de parkeerplaats is de AA-auto verdwenen. De bestuurder zijn we helaas niet tegengekomen. Via de supermarkt in Dieren rijden en varen we weer terug naar Olburgen.

Naar Deventer

Weekend! Lekker rustig aan dus. Hoewel, elke vakantiedag voelt natuurlijk als weekend. We ontbijten in de tuin, lezen wat en besluiten naar Deventer te rijden op zo’n drie kwartier van hier. Deventer is ook één van de Hanzesteden, eveneens gelegen aan de IJssel.

Ook hier vinden we weer prachtige historische gebouwen, kerken en pittoreske straatjes. Via één van deze straatjes lopen we De Brink op, het monumentale en centrale plein van de stad. Naast de wekelijkse warenmarkt staat het rondom deze markt vol met gezellige terrassen. Laat het nou net lunchtijd zijn!

Na de lunch lopen we nog even door de stad. Het begint wat te betrekken, dus we zoeken de auto maar weer op en rijden terug naar het vakantiepark.

Zondag, rustdag

Het is alweer zondag. Vandaag blijven we een beetje rondom het huisje. Aan het begin van de middag hebben we wel een kleine wandeling op de planning. Vanaf het vakantiepark lopen we heerlijk langs het water, maar niet nadat we eerst een ijsje hebben gehaald.

Via wat landweggetjes lopen we in een kleine 5 kilometer weer terug naar het park. Je merkt dat het zondag is en dat er veel mensen op pad zijn met dit heerlijke weer. Bij het huisje gaan we lekker op ons terras zitten met een fijn boek. Voor het avondeten staat de barbecue op de planning. Bij de supermarkt hebben we zo’n handig wegwerpexemplaar gekocht. Ideaal voor vakanties! In het avondzonnetje genieten we van het heerlijke eten en een glas verfrissende rosé.

’s Avonds pakken we de spelletjes-competitie weer op.

Heuven Beekhuizen

Wederom een relaxed begin van de dag. Rond het middaguur rijden we naar het pontje en vanaf daar naar Rheden, We parkeren de auto hier bij het bezoekerscentrum van de Veluwezoom. We gaan de wandeling maken ‘Heuven Beekhuizen’ van zo’n 9 kilometer. We starten bij een open veld en lopen vanaf daar de bossen in.

Wat opvalt is dat er aardig veel hoogteverschil is op de route. Er zitten best wat klimmetjes in. Naast de nodige torren en kevertjes horen we ineens iets ritselen en een gifgroene ringslang kronkelt vrij snel het pad over. Helaas te snel om er een foto van te maken. Bijzonder zeg! Op een gegeven moment zien we vanuit het bos een wat openere plek: Landgoed Beekhuizen.

In 1844 is hier een gebouw neergezet voor logement, zoals ze dat toen noemden. In de 19e eeuw is Hotel Beekhuizen hier geopend, ook wel ‘Klein Zwitserland’ genoemd. Dit omdat het in Zwitserse chaletstijl is gebouwd. In 1980 is het afgebrand en daarna afgebroken. Meer dan een open vlakte is het nu niet. Elders in dit gebied wordt op dit moment weer een nieuw hotel gebouwd.

Ongeveer op de helft van de wandeling komen we bij een mooie grote waterpartij. Het is een vijver in een parkachtige sfeer. Vroeger stonden hier watermolens, de meesten deden dienst als papierfabriekjes. Van de molens zijn geen overblijfselen meer. We wandelen rustig verder en komen nu in een gebied waar wat meer kans is om dieren te zien en dan met name zwijnen en IJslandse pony’s. Als eerste zien we inderdaad zwijnen met jongen.

Terwijl we daar naar staan te kijken horen we een gehinnik achter ons en komt er een mooie witte pony voorbijgelopen. In galop verdwijnt deze uit ons gezichtsveld. Wij lopen ook maar weer verder en komen nog tientallen zwijnen tegen. De afstand tussen ons en de dieren is nu wat kleiner en we merken dat ze, uiteraard, beschermend zijn naar hun jongen toe. Niet te lang blijven staan dus!

Na circa 2,5 uur zijn we weer terug bij het bezoekerscentrum. Op loopafstand van deze locatie weten wij een fijn restaurant te zitten. Een paar dagen geleden hebben we alvast een reservering gemaakt en we nemen plaats op het terras. Heerlijk even onder de parasols. Het eten smaakt ons weer voortreffelijk en rustig aan rijden we weer terug.

Fietsend naar Doesburg

Onze voorlaatste dag. De weersvoorspellingen zijn voortreffelijk, dus hebben we gisteren alvast fietsen gehuurd voor vandaag. Aan het einde van de ochtend stappen we op en fietsen langs de Zwarte Schaar richting Doesburg. Wat een mooi stadje weer, onze derde hanzestad van deze vakantie.

Ook weer sfeervolle straatjes, een mooie grote kerk, maar aanzienlijk kleiner dan de andere twee steden. Toeval of niet, het is lunchtijd! Doesburg staat bekend om zijn mosterd, dus een mosterdsoepje moet je er wel gegeten hebben. Gelukkig staat deze op de kaart en smaakt het ons prima. Tijd om verder te gaan. We bekijken even de site met fietsknooppunten en prenten er een zevental in ons hoofd. Deze knooppunten brengen je langs veel mooiere punten dan wanneer je recht toe recht aan ergens heen fietst.

We rijden over landweggetjes, al dan niet geasfalteerd, door bebost gebied en door mooie plaatsjes zoals Spankeren, Leuvenheim en Brummen. Bij deze laatste plaats nemen we weer een pontje over de IJssel. Ditmaal naar Bronkhorst.

Bronkhorst

Bronkhorst is bekend als de kleinste stad van Nederland. Eigenlijk is het maar een dorp met een handjevol huizen, mooie stadsboerderijen en een grote kerk, maar het heeft ooit stadsrechten gekregen. We zetten onze fietsen bij de kerk en lopen de hoofdstraat in. Het lijkt wel een openluchtmuseum al deze gebouwen.

Voordat we weer verder gaan, drinken we nog even een drankje op een terras. Vanaf hier is het nog een kilometer of 7 terug naar Olburgen. In totaal hebben we uiteindelijk een kleine 35 kilometer in de benen. Terug bij het huisje zitten we nog lekker met een boek in de zon en relaxen wat in onze hangmat.

Laatste dag

De laatste dag alweer. Dat betekent dat we op tijd opstaan. Na het ontbijt pakken we de auto in, brengen het afval weg en leveren de sleutel in. Voor de laatste keer rijden we naar het pontje. De navigatie zetten we weer op ‘snelwegvermijdend’. Hierdoor rijden we over de Veluwe naar de Utrechtse Heuvelrug, prachtige rit door het groen.

Daarna komen we langs de Loosdrechtse Plassen en de Vinkeveense plassen. Vanaf Amstelhoek kronkelen we de rivier de Amstel af tot Nieuwveen en dan zijn we zo goed als weer thuis.

  

Tot slot

Wat een fijne vakantie hebben we gehad in de Achterhoek. De Hanzesteden zijn schitterend met al hun historie. De natuur is in dit deel van Nederland uitgestrekt en fietsen langs de IJssel: prachtig! Gelderland is een echte aanrader!

 

Geschreven door: Nicole Bakker

Halkidiki, een stukje onontdekt Griekenland …

Na al een aantal keren in Griekenland te zijn geweest, op zowel de bekendere bestemmingen als de wat onbekendere, kiezen we nu weer voor een redelijk onbekende bestemming binnen het mooie Griekenland. Wij zijn benieuwd wat Halkidiki ons gaat bieden!

Aankomst

Na een kalme en korte vlucht, landen we op de luchthaven van Thessaloniki.

We halen de koffers op en lopen naar de transferbus die ons na een rustige, maar lange rit veilig bij onze accommodatie op de landtong Kassandra aflevert. We zien het al gelijk, wij gaan ons hier wel vermaken! We eten bij de accommodatie, doen nog een drankje en gaan daarna slapen.

Een rustig begin

De volgende dag doen we het rustig aan. We verkennen de directe omgeving een beetje, gaan naar het strand en bezoeken het centrum waar we wat boodschappen doen.

Daarna vertoeven we een paar uur aan het zwembad met een cocktail. In de avond eten we weer bij ons hotel. We kunnen kiezen voor een buffet of à la carte. Deze avond kiezen we voor het buffet.

Met huurauto op pad

Vandaag wordt de auto afgeleverd bij de accommodatie. Dit keer, wederom, een goede auto via Sunny Cars, die we vooraf geboekt hebben via het reisbureau.

We besluiten een paar stranden in de buurt te bezoeken. Het is er heerlijk; mooie brede stranden en het is er redelijk groen. De bedjes zijn daarbij helemaal niet duur! Na een luie dag gaan we weer naar onze accommodatie.

Naar Afithos

Na wederom een relaxdag besluiten we vandaag op pad te gaan met de huurauto. We gaan naar Afithos, een leuke gezellige toeristische plaats. Wat opvalt is dat de mensen erg vriendelijk en behulpzaam zijn! Wij starten op een terras en nemen hier een heerlijke ijskoffie. Daarna lopen we door het stadje, dat wat hoger op de berg is gebouwd.

Overal zijn terrasjes en tavernes waarvandaan je, onder het genot van een drankje of hapje, kunt genieten van prachtige uitzichten over zee.

Agios Dimitrios

Vlak voordat we weg gaan, bezoeken we nog de kerk Agios Dimitrios. Dit is een kleine kerk, maar de moeite waard om even een bezoekje te brengen.

Daarna rijden we door naar Kassandrino, een miniplaatsje, tegen de berg opgebouwd en midden in het groen. Leuk om even doorheen te lopen en het echte Griekse leven te zien. Dan keren we weer terug naar ons hotel, waar we ons even opfrissen alvorens we bij een gezellige Ierse pub in het plaatsje Pefkochori gaan eten.

Thessaloniki

De volgende dag staat een bezoek aan Thessaloniki op de planning. We vinden het zeker geen mooie stad, maar er is veel te zien. Het onderste gedeelte is het nieuwe centrum met de drukte, de winkels en de moderne architectuur.

Kerk van Saint Dimitros

We bezoeken als eerste de kerk van Saint Dimitros. Dit is een vroegchristelijke kerk uit de 5de eeuw. De kerk werd gewijd aan de martelaar van de stad; de Heilige Demetrios. Volgens de legende stierf de man in een verwarmingsinstallatie van de openbare badplaats waarop deze kerk zou zijn gebouwd.

Uit de architectuur blijkt duidelijk dat de kerk is gebouwd met de bedoeling om een groot aantal mensen te ontvangen. In tegenstelling tot andere vroegchristelijke kerken heeft deze kerk zuilenrijen met bakstenen pilaren. Nadat de kerk in 1917 afbrandde werd hij volledig gereconstrueerd.

Latomou klooster

Alle bezienswaardigheden zijn echter te vinden in de wijk Ano Poli, het oude gedeelte van de stad,  dat helemaal bovenin ligt. Daar bezoeken we als eerste een heel klein kloostertje, genaamd het Latomou klooster, helemaal  bovenin de stad. Wat een klim!

Het klooster heeft de naam Osios David. Het is bijna niet te vinden zo klein is het. Vanuit het buitenplaatsje heb je een prachtig uitzicht over Thessaloniki. Dit kerkje stamt uit de 5e eeuw en heeft in de loop der tijden de nodige veranderingen ondergaan. Zo zijn er een mozaïek en een fresco toegevoegd en diende het kerkje in de Ottomaanse tijd ook nog als moskee. In 1988 is het door UNESCO tot werelderfgoed uitgeroepen.

Na een lunch op een gezellig terras en nog wat rond gelopen te hebben, besluiten we dat we terugrijden en dat we later deze week nogmaals naar Thessaloniki gaan om het andere, nieuwe deel te bezoeken.

De dagen hierna doen we rustig aan, We lezen een boek, doen wat boodschappen, hangen aan het zwembad. Precies zoals vakantie moet zijn!

Naar Sithonia

Een paar dagen later gaan we weer met de auto op pad. We gaan naar de andere landtong, genaamd Sithonia. Halkikdiki bestaat uit 3 landtongen, namelijk Kassandra (waar wij verblijven), Athos (waar we later over vertellen) en Sithonia.

Eenmaal in Sithonia aangekomen, blijkt deze landtong veel groener, bergachtiger en gestructureerder te zijn dan Kassandra.

Parthenonas

We bezoeken hier Parthenonas, het oudste dorpje van Halkidiki. Het prachtig, op 350 meter hoogte gelegen, bergdorp heeft een geweldig uitzicht over de landtong.

Parthenonas is een mooi klein dorp, vooral door de prachtig bewaard gebleven lokale Macedonische architectuur. Het dorp was bijna niet meer bewoond maar is door een overheidsinitiatief de laatste decennia weer helemaal opgekrabbeld en in oude luister hersteld.

We lopen wat rond en pakken een terras (met heel veel wespen) en genieten van het prachtige uitzicht. Daarna bezoeken we het kerkje en het museum met informatie over de lokale geschiedenis van het dorp die in het oude basisschoolgebouw gevestigd is.

Naar Nikiti

Vervolgens rijden we door naar Nikiti. Deze plaats heeft een nieuw en een oud gedeelte. We lopen eerst door het oude gedeelte, waar het heerlijk rustig is.

We willen de kerk bezoeken, maar er vindt op dit moment net een bruiloft plaats. Leuk om dat van een afstand mee te krijgen. Daarna gaan we met de auto naar het nieuwe gedeelte en brengen we de rest van de dag door aan het strand. Nikiti heeft meerdere brede zandstranden en baaien.

Na een relaxte middag rijden we terug naar onze accommodatie en eten we bij een typisch Griekse taverna aan het strand in het plaatsje.

Athos

Athos, de derde landtong, is niet te bezoeken aangezien het een autonome monnikenrepubliek is. In totaal leven hier zo’n 1.500 monniken in 20 kloosters. De monniken houden bijen, hebben wijngaarden en bouwland en in de kloosters schilderen ze religieuze iconen. Vrouwen zijn op Mount Athos niet welkom en mannen vanaf 18 jaar moeten een visum aanvragen  en kunnen maximaal vier dagen blijven.

Vanuit Sithonia kun je wel met een excursie per boot tot 500 meter uit de kust van Athos komen. Op deze boten mogen ook vrouwen mee.

Nog een keer naar Thessaloniki

Na nog een relaxdag aan het zwembad, is het weer tijd om met onze huurauto op pad te gaan. Dit keer dus deel 2 van ons bezoek aan Thessaloniki. We gaan vandaag naar het Archeologisch museum. Dit is één van de grootste musea van Griekenland.

Het museum is zo groot dat je er wel een hele dag kunt doorbrengen. Het bevat onder ander exposities van Griekse kunst van de prehistorie tot de late oudheid. We kijken hier onze ogen uit! Na ons bezoek lopen we nog wat langs het water en zien we nog het monument van Alexander de Grote.

Als laatste lopen we nog naar even door naar de White Tower. Deze toren is zowel een monument als een museum en één van de bekendste bezienswaardigheden van Thessaloniki. Hij werd in de 15e eeuw gebouwd ter verdediging van de haven door de Ottomanen. Later werd het een gevangenis en plek voor executies.

Hierna rijden we weer terug en eten we aan het strand.

En dan is de laatste dag al weer aangebroken, die we aan het zwembad doorbrengen. De dag erna, leveren we de auto in en worden we opgehaald door de transferbus richting de luchthaven!

 

Tot slot

Halkidiki is ons goed bevallen! De vriendelijke mensen en het authentieke van dit deel van Griekenland hebben ervoor gezorgd dat wij een heerlijke vakantie achter de rug hebben! Houd er wel rekening mee dat je, om deze bestemming goed te ontdekken, echt een huurauto nodig hebt.

 

Geschreven door: Samantha van Berk

Trondheim, een gezellige Noorse studentenstad

Voor wie het nog niet weet, ik hou van Scandinavië. Lekkere lange dagen in de zomer met aangename temperaturen en prachtige natuur. Én ik hou ook van steden, vooral steden die aan het water gelegen zijn.

Trondheim, gelegen in midden-Noorwegen, behoort tot één van grotere steden van dit land.  Ideale ligging, aan de Trondheimfjord en aan de rivier de Nidelva, een stad die dus perfect bij mij past.

Bereikbaarheid

Deze stedentrip doe ik samen met mijn moeder. Wij komen in Trondheim aan met de Hurtigruten postboot en zullen 3 dagen later vertrekken met de trein.

Maar er zijn meerdere mogelijkheden om deze stad te bereiken. Vanaf Amsterdam in minder dan twee uur vliegen bijvoorbeeld, meerdere keren per dag. Of met eigen auto, maar dan in combinatie met een rondreis want ruim 2000 kilometer rijden om alleen een Noors stadje te bezoeken is natuurlijk absurd. En dan moet je nog terug!

Hotel

Wij hoeven gelukkig niet zo ver, de haven ligt zó dicht bij de stad. De boot af, 400 meter lopen en we zijn bij ons hotel waar we de komende 2 nachten verblijven. Werkelijk super gelegen, vlakbij de bootterminal, 400 meter bij het centraal treinstation vandaan, aan de rivier de Nidelva, met aan de overkant van de rivier een groot winkelcentrum en op loopafstand van het historisch centrum van de stad.

Ondanks dat we vroeg, om 10.00 uur, in het hotel aankomen is onze kamer al beschikbaar.
En net als alle hotels in Scandinavië waar ik tot nu toe ben geweest; comfortabel, schoon, vriendelijk personeel (spreken hun talen perfect) en naar later blijkt, een heerlijk uitgebreid  ontbijt. Leuk weetje: dit hotel heeft al 11 x achter elkaar een prijs gewonnen voor het beste ontbijt van Noorwegen!
Bij de receptie van hotel krijgen we een gratis, duidelijke plattegrond van de stad en wat nuttige tips, want behalve die ene beroemde kerk waar ik het later over ga hebben, weet ik niet veel van Trondheim.

Gamle Bybro en Bakklandet

Dus op aanraden van de behulpzame receptionist wandelen we door de gezellige straatjes van de stad, evenwijdig aan de rivier de Nidelva naar de Gamle Bybro, de oude stadsbrug.

Op deze brug hebben we een mooi uitzicht over de rivier, de boothuizen en pakhuizen. Maar ook de scheepswerven en de kleurrijke gebouwen zijn een fotomomentje waard.

De brug, met als bijnaam ‘de poort naar geluk’ is tevens de toegangspoort naar de populaire wijk Bakklandet. Deze vroegere arbeiderswijk is een kleurrijk geheel van prachtig gerestaureerde oude huisjes en hobbelige straatjes waar tegenwoordig bijzondere winkeltjes, de lekkerste restaurantjes en de leukste cafeetjes te vinden zijn. Als we even later wat drinken op één van de  overvolle terrasjes merken we hoe supergezellig en knus deze kleine stad eigenlijk is.

Fietsen

We zien hier ook het eerste ‘fiets-ophaalpunt’, want tussen mei en oktober zijn er openbare fietsen beschikbaar voor toeristen en bewoners. Ook heb je hier een heuse fietslift.  Deze ‘Sykkelheisen Trampe’ schijnt de enige fietslift ter wereld te zijn! Nou ja, het is meer een soort rails die je omhoog duwt, maar het moet heel handig zijn, want het is er superdruk. Iedereen met een fiets, en omdat Trondheim een studentenstad is zijn dat er best veel, maakt er gebruik van.

Nidarosdom

We  blijven even kijken en wandelen dan weer richting het historische centrum, want we gaan op zoek naar hét hoogtepunt van Trondheim, de beroemde gotische Nidarosdom Kirke.  Deze kerk stamt uit de 11e eeuw en is gebouwd op het graf van de heilige koning Olaf II Haraldsson. Vooral beroemd om de twee orgels en de verlichte raamrozet binnen in de kerk. En ik moet toegeven, de buitenkant is werkelijk indrukwekkend,  het raamrozet is prachtig, maar verder was het zó donker in de kerk, dat we er niet veel van hebben kunnen zien.

Een klein beetje teleurgesteld gaan we de straat weer op en besluiten terug naar het hotel te gaan. We eten wat op een gezellig terras aan de jachthaven, tegenover ons hotel en gaan daarna lekker slapen.

Munkholmen

Vlak voor de kust, in de Trondheimfjord, ligt het kloostereiland Munkholmen, we zijn er gisteren al voorbij gevaren en daar gaan we deze ochtend naar toe. Een paar minuutjes varen en we stappen, weliswaar nogal schommelend want er is geen echte aanlegsteiger, van de boot af op dit kleine eilandje. De zon staat hoog aan de hemel en op het piepkleine zandstrandje liggen de lokalen al lekker op hun handdoekje te zonnen.

In de loop der eeuwen deed dit eiland dienst als fort, douanehuis en gevangenis. Wij krijgen een rondleiding, worden even bijgepraat over het uitvoeren van executies en bekijken het klooster. Al met al is de ochtend voorbij als we terugvaren naar de stad. Iets boven de stad ligt nog een fort, de Kristiansten Festining. Ook vroeger gebruikt als gevangenis en hoewel je een prachtig uitzicht over de Trondheim en de fjord zou hebben, besluiten we om die over te slaan. We hebben genoeg van gruwelverhalen.

Stiftsgarden

We gaan op zoek naar het stadspark Stiftsgarden alwaar het grootste houten paleis van Scandinavië staat.

Het paleis is de officiële Koninklijke residentie, wanneer de Koninklijke familie in Trondheim verblijft. Wanneer ze er niet zijn kun je het, alleen met een rondtour, bezoeken. Wij wandelen door de grote tuin bij het paleis wat een vrij toegankelijk openbaar stadspark is en ook hier is het vanwege het mooie weer gezellig druk.

Rockheim museum

We winkelen wat, slenteren door de straatjes en kijken zo hier en daar even bij een kerk naar binnen.
Op aanraden van de receptionist van ons hotel gaan we in de namiddag naar het Rockheim museum en zoals de naam al aangeeft: een interactief museum over (voornamelijk Noorse) rock- en popmuziek vanaf de jaren 50 tot nu.

Wat een verrassing! Een must voor iedere muziekliefhebber. Hoewel wij absoluut niet muzikaal zijn is het superleuk voor bezoekers om zelf aan de slag te gaan met het bespelen van een instrument of muziek te mixen. Wildvreemden van elkaar vormen samen een bandje en spelen gebroederlijk wat nummertjes. Zo leuk! Wij drinken wat in het gezellige café op de bovenste verdieping en hebben een prachtig  uitzicht over de Trondheimfjord.

Culinair

De Noren zijn trots op hun eetcultuur,  vaak streekgerechten met lokale natuurlijke producten als wild, lamsvlees, veel verse vis en schaaldieren. Én niet te vergeten: de bosbessen. Nooit geweten, maar bosbessen plukken schijnt een typisch Noors gebruik te zijn.

Het ontbijt heb ik in het begin van dit verhaal al bejubeld, maar ook de lunch en diners mogen er zijn. Taarten, scones, (kaneel) broodjes, allemaal vers en huisgemaakt. Probeer de geweldige cheesecake met blauwe bessen en de lekkere vissoep bij Bakklandet Skydsstation.

Ga voor het diner naar Credo, maar neem dan de tijd, want soms hebben ze menu’s met wel 21 gangen. Of ga naar Troll Restaurant voor authentieke (lees ‘stevige’) Noorse kost.

Maar behalve eten, hebben ze, heel verrassend, ook een enorme koffiecultuur. Het schijnt dat de Noren dól op koffie zijn en dat merk je al snel aan de heerlijk geur van versgezette koffie. Overal zijn koffiebars, waarvan ‘Dromedar kaffabar’ één van de bekendste is.

Een kaart van de wereldwijde koffieconsumptie per hoofd van de bevolking.

Tot slot

Na drie dagen verlaten wij Trondheim met de ‘Dovrebaan’ (treinreis van de Trollen) op weg naar Oslo. Zo ontdekken we dat Trondheim niet alleen een leuke stad is, met alle ‘ingrediënten’  voor een gezellige stedentrip maar ook nog eens in een prachtige omgeving ligt! Kortom: allemaal heel erg de moeite waard, een absolute aanrader!

 

TIPS

  • Voor zwemliefhebbers: Pirbadet, misschien wel één van de mooiste zwembaden ter wereld. Door panoramische glazen wanden heb je een geweldig uitzicht over de Trondheim fjord, het eiland Munkholmen en de bergen. Het zwembad bestaat voornamelijk uit één grote open ruimte met vertier voor jong en oud. Er zijn genoeg baden, glijbanen, sauna’s en activiteiten om je een dag mee te vermaken.

  • Voor muziekliefhebbers: ga behalve naar het Rockheim museum ook naar het Ringve muziekmuseum. Te zien zijn onder andere rond de tweeduizend muziekinstrumenten en een grote collectie bladmuziek
  • Het toeristenbureau van Trondheim verkoopt culinaire wandelingen waarbij je onderweg heerlijk eten geserveerd krijgt.

 

Geschreven door: Marianne van Hal

 

Oslo, kleinschalig, maar méér dan genoeg te zien

Scandinavië scoort hoog bij mij. Het zijn landen met ruimte, rust, prachtige natuur en vriendelijke inwoners. ’s Zomers heerst er een aangename temperatuur met heerlijke  lange dagen. Daarnaast heeft het ook gezellige, overzichtelijke steden, waarvan Oslo er één is.

Oslo is de hoofdstad van Noorwegen, gelegen aan de Oslofjord en hoewel het centrum van de stad niet groot is, kan ik me er prima, zonder enige moeite, drie dagen vermaken.

Bereikbaarheid

In nog geen twee uur vanaf Amsterdam, meerdere keren per dag, vliegen we naar de moderne internationale luchthaven Gardermoen. We gaan verder met de Flytoget trein en hoewel het  vliegveld 50 kilometer ten noorden van Oslo ligt, stappen we twintig minuten later al uit op het Centraal station.

Deze Flytoget hogesnelheidstrein met een maximum snelheid van ruim 200 kilometer per uur is niet goedkoop, ca € 20,= enkele reis, maar het gaat supersnel, is zeer comfortabel, gaat iedere tien minuten en is makkelijk te vinden. Kortom: Met een beetje geluk, en dan bedoel ik dat alles volgens schema gaat, kun je binnen tweeënhalfuur in hartje Oslo staan.

Operahuis

Ons hotel ligt direct naast het Centraal Station, wat ze in het Noors ‘Sentralstasjon’ noemen.
Wij hebben het Thon hotel Opera geboekt en zoals de naam al aangeeft, hebben we een mooi uitzicht op het naastgelegen beroemde Opera gebouw.

Het zou moeten lijken op een ijsschots die op zee drijft en inderdaad, met wat fantasie zien wij dat ook! We laten onze koffers achter in het hotel en gaan vol verwachting naar de Opera. Oslo hanteert vrij vertaald het motto ‘vrijheid blijheid’ wat betekent dat je bijna overal vrij mag rondwandelen en daarop is dit gebouw dan ook gebaseerd.

Want dat is de bedoeling, vrij en gratis wandelen op het marmeren dak en een plekje zoeken om  lekker te gaan zitten en te genieten van alles wat je ziet en wat er om je heen gebeurt.
Aan de ene kant zien we de binnenstad met in de verte glooiende groene heuvels en aan de andere kant kijken we uit over de Oslofjord. Ook heel leuk om naar te kijken is het gedeelte op het dak dat geschikt gemaakt is voor skateboarders.

Cruiseschepen

Dat Oslo een bezoek waard is, blijkt mede uit het feit dat de stad een cruisehaven heeft waar vele cruiseschepen aanmeren. De stad wordt op sommige tijdstippen overspoeld door cruisepassagiers die een dag of dagdeel de tijd hebben om de stad te bekijken. Op zo’n moment kan het opeens verschrikkelijk druk zijn op het operadak.
Als wij er zijn is het redelijk rustig en we nemen uitgebreid de tijd om alles in ons op te nemen. Niet heel ver weg zien we een enorm cruiseschip liggen en besluiten om die richting op te gaan.

Al heel snel komen we in de haven waar de ferry’s uit Denemarken aankomen en even later staan we op de kade waar het cruiseschip ligt. Al met al hebben we nog geen twintig minuten gelopen. We zijn verbaasd hoe dicht dit schip bij de stad en bij de meeste bezienswaardigheden ligt.

Akershuis

Want hup, de boot af en je staat gelijk voor het Akershus. Een middeleeuws kasteel, vroeger een gevangenis en heden ten dage een militair complex met het Noorse strijdkrachten- en verzetsmuseum.

We hebben geen idee waar alle passagiers van het cruiseschip zijn, maar in ieder geval niet in het Akershus fort, want wij kunnen heerlijk rustig in de tuin rondwandelen en blijven even kijken naar de wisseling van de wacht, die iedere dag om 13.30 uur plaatsvindt.
Na het fort gaat onze wandeling verder en even later komen we in een drukker gedeelte van de stad. Nog steeds aan het water van de Oslofjord, maar nu in een populair winkel- en uitgaansgebied.

Aker Brygge

Op deze plek was vroeger een scheepswerf maar het enige wat daar nog aan herinnert  is de originele klokkentoren. De Aker Brygge is nu een wijk met een groot winkelcentrum, vele restaurantjes, cafeetjes  en een gezellige jachthaven.

Wij vinden nog een plekje op een druk terrasje alwaar we wat eten en een groot gedeelte van de avond blijven hangen. Het is heerlijk weer, genoeg te zien, gezellig druk en de sfeer is gemoedelijk. In een half uurtje zijn we weer terug bij ons hotel en gaan lekker slapen.

We beginnen de volgende dag met een goed ontbijt. Typisch Scandinavisch, deze frokost’. Lekker, stevig en uitgebreid.

Openbaar vervoer

In het station, naast ons hotel, kopen we voor € 10,= een dagkaart (24 uur geldig) voor het openbaar vervoer want we willen vandaag verschillende plekken buiten de stadskern bezoeken. Heel makkelijk, onze dagkaart is geldig voor de bus, metro, tram, veerboten en sommige treinen!

Het is trouwens ook superleuk om Oslo op de fiets te verkennen. Door de hele stad staan blauwe fietsen en voor € 5,= mag je de hele dag (max. 45 minuten achter elkaar) fietsen.
Voor onze eerste bestemming, het Vigeland Beeldenpark, nemen we de tram die voor de ingang van dit park stopt.

Vigeland Park

Wow, wat een park, we zijn er nog een beetje stil van! Ik had werkelijk niet verwacht dat een park met ruim 200 blote beelden van steen en brons zo leuk kon zijn.

De kunstenaar Gustav Vigeland heeft geprobeerd de kringloop van het menselijk leven uit te beelden en dat is geweldig goed gelukt. Alle levensfases komen voorbij, boordevol met verschillende emoties. Wanhoop, schrik, verdriet en blijheid, van embryo via kleuter en kind naar jeugd, volwassenheid en ouderdom. De beelden zijn heel herkenbaar en zitten vol details, je blijft kijken en ziet steeds wat nieuws. Nogmaals, het is superleuk om te zien.

Ook hier komt het eerder genoemde motto van Oslo ‘Vrijheid Blijheid’ goed tot zijn recht. Het park is 24 uur per dag open en geheel gratis.

Als wij er zijn is het gezellig druk, maar omdat het best ruim opgezet is loop je elkaar absoluut niet in de weg. Het is een goed aangelegd park, bijna tuinachtig met mooie bomen, bloemen en een vijver. Verder een mooie fontein, en veel trappen. Dus ook al ben je niet zo van de kunst, het is voor iedereen de moeite waard.

Al met al zijn we de hele ochtend in het park geweest en is het hoog tijd voor koffie met een broodje. Bij de ingang is een cafeetje, het stelt allemaal niet heel veel voor, maar we kunnen even uitrusten op het terras en gebruik maken van het toilet. De vers gezette koffie is lekker, zelf inschenken uit de koffiekan en neem zoveel als je wilt.

Skischans Holmenkollen

Maar niet te lang allemaal, want we moeten verder.
Vanaf het dak van het operahus hebben we gisteren in de verte de hooggelegen Holmenkollen Skischans gezien en daar willen we naar toe.

We nemen de bus, maar toch moeten we uiteindelijk nog een stuk omhoog klimmen.
Maar het is zeker de moeite waard. De bovenste helft van het glijgedeelte van de schans hangt vrij in de lucht en met een liftje kun je helemaal naar de top en dan heb je een spectaculair uitzicht over Oslo. Helaas, vanwege mijn hoogtevrees gaan we niet met de lift naar boven, maar evengoed is het uitzicht prachtig.

We bezoeken wél het mooie, interessante skimuseum en we ontdekken dat er voor echte waaghalzen genoeg uitdaging is. Ziplinen, abseilen, allemaal mogelijk en in een simulator kun je zelf ervaren hoe het daadwerkelijk is om naar beneden te glijden én te springen!

Museumeiland Bygdoy

We vervolgen ons dagprogramma en reizen met de metro en bus naar het museumeiland Bygdoy waar we een behoorlijke tijd doorbrengen in het Norsk Folke openluchtmuseum.
We kijken naar de volksdansen en dwalen door het Noorse leven van vroeger. Huisjes, winkels, schuren en kerken, heel leuk en leerzaam.

Voor de overige vier musea op het eiland hebben we geen tijd meer, dus dat moet wachten tot een volgende keer. We nemen de boot en in 15 minuten varen we naar de Aker Brygge.
Onze openbaarvervoerkaart hebben we er wel uit vandaag!

Munch Museum en Grünerlokka

De volgende dag, de laatste al weer, hebben we nog heel veel te doen. Alles in het centrum en op loopafstand van ons hotel.
We brengen eerst een bezoek aan het Munch Museum, die een prachtige tentoonstelling van de kunstschilder Edvard Munch heeft. Wij vinden het heel leuk, maar je moet er van houden!

Vervolgens wandelen we door de nabij gelegen wijk Grünerlokka, ook wel bekend als ‘Greenwich Village’  of  ‘Brooklyn’. Vroeger een oude industriebuurt en nu hip, trendy, multicultureel met vintage winkels en ‘Street Art’.  Heel gezellig, veel pubs, clubs en restaurants met live muziek.

Karl Johansstraat en Koninklijk Paleis

We lunchen in een gezellig café en gaan daarna op zoek naar de belangrijkste straat van Oslo. Deze Karl Johans Gate is een lange, rechte straat vanaf het station naar het Koninklijk paleis met verschillende bekende gebouwen, zoals het Storting (Noorse parlement), het Nationaal Theater, de Dom van Oslo en enkele universiteitsgebouwen.

Het is een gezellige straat met veel straatartiesten, restaurantjes en cafeetjes.
Wij slenteren, kijken en winkelen wat en kopen de nodige souvenirs om onze laatste Noorse Kronen op te maken. Aangekomen aan het einde van de straat bij het Koninklijk ‘slottet’, kijken we ook hier weer naar een wisseling van de wacht en lopen we een rondje door het mooie park, grenzend aan het paleis en vrij toegankelijk.

Het paleis wordt bewoond door de Noorse Koninklijke familie en sommige gedeeltes zijn opengesteld voor publiek. Maar ondanks dat het één van de meest geliefde bezienswaardigheden van Oslo is, zijn wij er gauw uitgekeken.

Stadhuis

Dit komt misschien ook omdat we inmiddels een beetje gehaast zijn. Onze tijd in Oslo zit er bijna op en we zijn nog niet bij het beroemde stadhuis geweest, waar jaarlijks de uitreiking van de Nobelprijs voor de vrede plaatsvindt.

Een bijzonder gebouw met twee bakstenen torens. En gelukkig, op de valreep, zijn we op tijd om binnen de kunstcollectie nog te bekijken met schilderijen van onder andere Edvard Munch. Dus geen zin of tijd voor een uitgebreid museumbezoek: neem dan een kijkje in het stadhuis en je weet er weer alles van!

Tot slot

De stad is heel ‘toerist vriendelijk’. Weliswaar klein, maar daardoor overzichtelijk, prima openbaar vervoer, de bevolking is vriendelijk en ze spreken uitstekend hun talen. Verder heel gezellig en qua kunst en cultuur is er genoeg te zien.

Ik had nog graag langer in Oslo willen blijven. Er is veel wat ik nogmaals wil zien, zoals het Vigeland park en ik moet zeker terug want het Vikingmuseum heb ik ook gemist!

 

Geschreven door: Marianne van Hal

Nieuw-Zeeland 6: Zuidereiland, fjorden en gletsjers

Na de afgelopen tijd over het Noorder- en Zuidereiland gereisd te hebben (lees hier), beginnen we nu toch echt aan het laatste deel van onze prachtige reis.

Naar Castle Hill

Met een waterig zonnetje rijden we vandaag weer weg uit Geraldine. Als eerste naar Castle Hill, hier staat een imposante reeks aan grillig gevormde kalksteen rotsen. Het doet denken aan een oud vervallen kasteel, vandaar de naam.

We wandelen er naar toe en er is genoeg ruimte en gelegenheid om er ook tussen te lopen.

Cave Stream Scenic Reserve

De volgende stop is Cave Stream Scenic Reserve. Hier is een korte wandeling naar een grot, echter de borden zijn duidelijk: deze grotten zijn bedoeld voor wandelaars die ervaring hebben met het lopen in grotten. Het water kan er tot je middel komen en soms is het kruipdoor sluipdoor.

We kunnen wel de in- en uitgang bekijken.

Arthur’s Pass

De laatste stop van de dag is Arthur’s Pass, dit is zowel een dorpje als een nationaal park. De naam zegt het al, het is een bergpas, in dit geval in de zuidelijke alpen van Nieuw-Zeeland. Helaas regent het inmiddels behoorlijk en we maken alleen snel een paar fotostops.

De geplande wandeling doen we niet. We bekijken het weer voor de komende dagen en zien al lichtkranten langs de weg staan met waarschuwingen voor ‘heavy rain’ de komende dagen. Bij het informatiepunt bevestigen ze dit ook en laten voor onze geplande wandeling alvast de evacuatieroute aan ons zien in geval de boel overstroomt …

Dit doet ons besluiten om hier niet langer te blijven. We rijden de pas weer af en overnachten in Springfield op een eenvoudige camping.

Naar Hanmer Springs

Wat een wind zeg vannacht, de camper schudde behoorlijk heen en weer. Niet heel bevorderlijk voor de nachtrust, maar vandaag hebben we gelukkig een rustige dag. Na het ontbijt maken we ons weer klaar en rijden in ruim twee uur naar Hanmer Springs. Deze plaats is rondom een warmwaterbron gebouwd en in het centrum zijn de Thermals Pools & Spa.

Precies wat we nodig hebben op deze regenachtige dag. Heerlijk zo in de baden die tussen de 36 en 42 graden zijn. Een aantal worden er nog gevoed door de natuurlijke waterbron met de nodige mineralen. Het complex is ook leuk voor gezinnen, want er is ook een gewoon zwembad bij en een aantal spectaculaire glijbanen. We blijven er lekker tot het begin van de avond en gaan dan naar de camping terug om het avondeten klaar te maken.

Als we, na het ontbijt, de volgende dag wegrijden uit Hanmer Springs zien we pas dat het geheel omringd is door bergen.

Door de bewolking gisteren hebben we dat niet eerder gezien. Mooi gezicht.

Naar Kaikoura

De rit naar de kustplaats Kaikoura duurt ongeveer twee uur. Eerst door de bergen en daarna een prachtige kustweg.

Ten zuiden van Kaikoura zien we op de rotsen al veel zeeleeuwen liggen. Deze dieren, walvissen, dolfijnen en watervogels zijn met name de reden dat mensen naar Kaikoura komen. Inmiddels is de zon aardig doorgekomen en we kiezen dan ook voor een camping met een zwembad.

Een groot deel van de middag vertoeven we dan ook daar en de rest van de tijd met een boek naast de camper. Na het avondeten lopen we nog even naar het centrum voor een ijsje. Over het strand met stenen, lopen we weer terug naar de camping.

Kaikoura Peninsula Walkway

De Kaikoura Peninsula Walkway staat voor vandaag op het programma. We hebben de tijd vandaag, dus we starten aan het einde van de zonnige ochtend. Vanaf de camping lopen we naar het informatiepunt. Vanaf daar is het ongeveer een uurtje lopen naar het beginpunt van de wandeling. Je kunt er overigens ook gewoon heenrijden als je wilt.

Wat we waarschijnlijk met rijden gemist zouden hebben zijn de dolfijnen die we in de oceaan voorbij zien zwemmen.

Lunch

Voordat we met de daadwerkelijke wandeling starten lunchen we eerst bij de Kaikoura Seafood BBQ kiosk. Een klein zaakje waar je aan de kiosk bestelt en op hetzelfde terrein staat wat tuinmeubilair. Allemaal vrij eenvoudig, maar bij dat soort zaakjes eet je vaak het beste. En heerlijk is het, de baars en rivierkreeft.

Vanaf de parkeerplaats waar de wandeling start lopen we eerst richting de zee, waar we wat zeeleeuwen zien liggen. Daar staat deze wandeling overigens bekend om. Vervolgens is het eigenlijk de bedoeling om weer van het strand af te gaan en het schiereiland van bovenaf te bekijken. Echter er is ook een onofficiële route onderlangs, dus over het strand. Nu we dan toch op het strand zijn, met rotsen en keien overigens, kiezen we voor onderlangs.

Zeeleeuwen

Onderweg komen we veel zeeleeuwen tegen, die lekker op de rotsen liggen te luieren of daar net opklimmen. Na een tijdje zien we eigenlijk geen mensen meer lopen en doemen er wat hogere rotsen op. De twijfel slaat wel een beetje toe of dit nu wel een verstandige route is. Gelukkig komt daar iemand vanaf de andere kant lopen en die bevestigt gelukkig dat we wel die kant kunnen uitlopen. We moeten alleen oppassen voor broedende vogels en natuurlijk de zeeleeuwen.

Nadat we wat rotsen over klauteren, worden we geconfronteerd met twee zeeleeuwen op de looproute. Advies is om minimaal 10 meter afstand te houden tussen jou en de zeeleeuw, dus we klimmen nog maar weer wat hoger.

Scholeksters

Een stukje verderop staan twee Nieuw-Zeelandse zwarte scholeksters te schreeuwen naar ons.

Ze komen ook wat bozig op ons af gelopen. Dat moeten dus die broedende vogels zijn. Moeten we ze nu bovenlangs of onderlangs passeren? We zitten vrij onderaan, dus we kiezen voor bovenlangs. Meteen nemen ze weer de aanvalshouding aan. Terug maar weer en onderlangs. Onderweg zie ik een aardig grote stok liggen, ik heb hem toch maar even meegepakt. Hoewel onze oplossing zou zijn: dezelfde weg terug.

De vogels vertrouwen ons blijkbaar toch genoeg en we mogen erlangs. Na ongeveer 5 kilometer komen we weer in de bewoonde wereld en lopen we in een klein uurtje weer terug naar het informatiepunt.

Op de weg naar de camping toe ligt het zaakje waar we gisteren een ijsje hebben gehaald. Deze waren zo lekker, dat we onszelf er weer op trakteren. Homemade icecream van Poppy’s.

Walvissafari

Gaat het lukken vandaag of niet? Voor het middaguur lopen we naar onze vertreklocatie om ons te melden voor het whale watchen, oftewel we gaan op walvissafari.

Na de film met veiligheidsinstructies worden we per bus naar de boot gebracht. We moeten een aardig eind de zee op, dus met 50 à 60 kilometer per uur schieten we over het water. Tijdens deze tocht zien we al gezellig een dolfijntje springen en een royal albatros vliegen. Op een gegeven moment mindert de boot vaart. Met de hoge snelheden moeten we binnen zitten, nu het wat langzamer gaat mogen we naar buiten.

Voor iedereen aan boord is een plek om vrijuit te kijken, dat is wel fijn. De kapitein steekt een apparaat in het water waarmee hij de geluiden van walvissen kan opvangen. Dat doet hij een tijdje en we krijgen weer het sein om terug naar binnen te gaan. In volle vaart gaan we nog een stuk verder de zee op. Dit gebeurt een aantal keer en eigenlijk geven we al bijna de hoop op.

Sperm whale

Maar ineens komt dan toch de rug van de zogenaamde sperm whale boven.

Dit is de grootste tandwalvis die er bestaat. Enige tijd blijft hij liggen, spuit wat water en gaat af en toe onder. Op een gegeven moment ziet de gids dat de walvis zijn rug strekt, dat is het sein dat hij weer onder gaat. En inderdaad, met een sierlijke zwaai gaat de staart in de lucht en verdwijnt hij onder water. Wat een machtig beest zeg, ongelooflijk!

Orka’s

Het is alweer tijd om terug te varen. De kapitein heeft een seintje gekregen dat er dichter aan de kust nog een groep orka’s zwemt. Ja als we er dan toch zijn, dan pakken we die ook nog even mee!

Rond een uur of vier zijn we weer terug in de haven, waar de bus staat die ons weer terug naar het centrum brengt. We lopen nog even naar de pinautomaat en daarna naar de camping.

Naar het zuiden

De volgende ochtend verlaten we het leuke en zonnige Kaikoura en rijden zo’n drie uur naar het zuiden. We passeren Christchurch en rijden de Banks Peninsula op. Weer een prachtig schiereiland.

Lavericks Peak

Onze stop is bij Otepatotu Scenic Reserve. Vanaf hier maken we een korte wandeling naar Lavericks Peak, een uitzichtpunt op ongeveer 755 meter hoogte gelegen. Hoogte betekent wel weer wat klimmen. Voor een gemiddelde Nederlander went dat klimmen nooit, althans voor ons niet.

Desalniettemin is de wandeling weer door een mooie stukje bos met bomen waar het mos in slierten overheen hangt. En zoals gelukkig altijd worden we wel weer beloond met een prachtig uitzicht.

Na ongeveer drie kwartier staan we weer beneden en rijden we naar Okains Bay Camping Ground. De camping is ongeveer 9 kilometer vanaf de doorgaande weg gelegen en ligt in een bosachtig gebied met mooi open plekken en direct aan zee. We mogen zelf een plekje uitzoeken en lopen daarna nog even het strand op. De stoeltjes kunnen wederom naar buiten en het blijft zo lekker lang zonnig dat we daar ook eten.

Naar Akaroa

Voor het middaguur vertrekken we hier weer en rijden we naar Akaroa, een kleine stad op het schiereiland. We vinden een prima gratis parkeer- tevens kampeerplek in de jachthaven waar vandaan we zo het centrum in lopen. We lopen door de winkelstraat richting de haven en lunchen op een terras. Daarna lopen we nog iets verder naar de vuurtoren en naar het Britomart Monument.

Via dezelfde weg lopen we weer terug en zien in de haven nog wat dolfijntjes springen. Het loopt inmiddels alweer naar het einde van de middag en bij de camper genieten we nog van de laatste zonnestralen.

Mitchells Track/Cedric Track

Vandaag ook weer lekker de tijd aan onszelf. Tegen het einde van de ochtend rijden we naar het café ‘Sign of the Kiwi’. Dit café ligt hoog boven Christchurch. Nadat we de camper geparkeerd hebben, gaan we eerst een wandeling doen. We lopen de Mitchells Track/Cedric Track, een wandeling van een klein uurtje rondom een heuvel.

Een kleine klim brengt ons tot een prachtig uitzicht op Lyttelton Harbour en aan de andere kant van de heuvel op Christchurch. Na afloop drinken we in het café nog een kop koffie.

Rustige middag

We rijden de berg weer af door Lyttelton en zetten koers naar New Brighton, een buitenwijk van Christchurch op ongeveer 8 kilometer ten oosten van het centrum. We stappen er uit en lopen een stuk over de boulevard, die op dit moment helemaal open ligt. Er wordt hard aan gewerkt om het voor de zomer af te hebben en dan is het ongetwijfeld een leuke stek.

We rijden nog iets zuidelijker en zoeken een beschutte plek om te lunchen en de rest van de middag met een boek door te brengen.

Dan rijden we naar Southshore om de nacht door te brengen. Ditmaal bij een particulier op de ‘driveway’, ook gevonden via Campermate. Het is een mooie stek vlakbij het strand en we mogen van de gastvrouw ook gebruik maken van haar tuin.

Het is een heerlijk rustige plek om te overnachten. Na het ontbijt rijden we terug naar de plek waar we gisterenmiddag hebben gezeten. Deze plek is ruim en er is een picknicktafel. We moeten namelijk aan de slag, de camper moet leeg en de tassen moeten vol. Al snel ligt de picknicktafel vol met van alles en nog wat en na veel passen en meten krijgen we alles weer in onze backpack. We hebben nog wat tijd over en genieten nog even lekker van het zonnetje.

Rond half twee rijden we naar het centrum van Christchurch om onze bagage bij het in Nederland geboekte appartement af te gooien. Voor de laatste twee nachten hebben we een fijn tweekamerappartement geboekt, lekker even de ruimte.

Daarna rijden we richting de luchthaven om de camper in te leveren, vervolgens de shuttlebus naar de luchthaven en vanaf daar weer de gewone bus naar het centrum. Het is al aardig aan het einde van de middag als we weer in het centrum zijn. We hebben al best trek en halen wat Chinees eten. Gezellig aan tafel in ons appartement eten we dit op.

Christchurch verkennen

Heerlijk geslapen op een echt bed! Na een eenvoudig ontbijtje gaan we lekker naar buiten. Aan de hand van de plattegrond van Christchurch hebben we een stadswandeling in elkaar gezet. Ons appartement ligt naast Cathedral Square, dus daar lopen we als eerste heen.

Anglicaanse kathedraal

Hier zien we meteen het bekendste slachtoffer van de laatste aardbeving (2011) die Christchurch getroffen heeft: de Anglicaanse kathedraal. De kathedraal is afgeschermd met hekken en we zien dat hij gestut is met staalconstructies en opgestapelde zeecontainers. De torenspits die ooit naast de kathedraal stond is weg, evenals een groot deel van de voorzijde. Het is een troosteloos gezicht.

Na heel veel discussie en getouwtrek is er toch besloten om hem weer te gaan opbouwen. Het beginnen hieraan staat gepland voor begin 2020. Ook de overige gebouwen die aan het plein staan zijn met hekken  omheind. Hier zijn ze of nog niet aan het restaureren of er wordt iets nieuws gebouwd. Later zien we dit op heel veel plekken terug in de stad, inclusief stukken braakliggend terrein. Daar is dan of niets of een tijdelijke parkeerplaats.

Op de muren van veel gebouwen die eens een buurgebouw hadden, staan muurschilderingen.

We lopen via het Arts Centre naar de botanische tuin. Hier valt direct op dat het grootste deel van het gebouw in volle glorie is hersteld. Via de Town Hall, die absoluut geen schoonheidsprijs verdient, lopen we naar Manchester Street. Hier ligt een lange groene strook met een grote speeltuin, een skate-/fietsparcours, sportveld etc. Als we het goed begrepen hebben stonden hier voorheen ook gebouwen. Het uitzicht is ook weer op beschadigde gebouwen. Voor de lunch lopen we even terug naar het appartement, want Chinees eten is altijd teveel dus eten we de left-over.

185 empty chairs

Terug buiten lopen we naar iets heel bijzonders; ‘185 empty chairs’, op een braakliggend stukje grond staan 185 verschillende witte stoelen.

De stoelen staan symbool voor de 185 dodelijke slachtoffers van de laatste beving, stoelen die voor altijd leeg zullen blijven … We vervolgen onze weg naar de Rooms-Katholieke basiliek. Ook hier staan we weer stil te kijken, wat een triest aanzicht. In september 2010 was er ook een aardbeving, toen is de basiliek beschadigd maar was nog te herstellen. Na de laatste beving in februari 2011 is het grotendeels ingestort en niet meer te redden.

Langs de Avon rivier lopen we daarna langs het Earthquake Memorial, een marmeren muur met de namen van de 185 slachtoffers. Hierna lopen we terug het centrum in via de Bridge of Remembrance, een mooie oude boog waar de oorlogen en de gesneuvelden herdacht worden.

Terug in het appartement frissen we ons op en gaan voor ons laatste diner van de reis heerlijk uit eten in een steakhouse.

Quake City

En dan is onze allerlaatste dag aangebroken! We pakken ’s morgens de laatste spullen in en checken uit. Ondat we pas rond een uur of vier naar de luchthaven moeten, laten we de bagage achter bij de receptie en lopen we naar Quake City, een expositie over met name de laatste aardbevingen die Christchurch getroffen hebben.

Eerst lopen we langs een paneel met alle historische aardbevingen in geheel Nieuw-Zeeland. Er liggen wat objecten van getroffen historische gebouwen, zoals de spits van de kathedraal, delen van glas-in-lood-ramen (inclusief het verwrongen stalen kozijn), een belangrijke stoel uit een regeringsgebouw.

Verder draait er een documentaire waarin mensen, die de laatste aardbeving hebben meegemaakt, hun ervaringen vertellen. Bijvoorbeeld hoe ze vast zaten in een kantoorgebouw, hoe ze op zoek gingen naar hun geliefden, een politieagent die nog met een aantal gevangenen in het bureau zat en deze mee naar buiten moest nemen. Erg indrukwekkend. Naast de verschrikkelijke ervaring voor mensen en ingestorte gebouwen betekent een aardbeving ook rioleringen die kapot gaan en straten blank zetten, huizen half laten verdwijnen onder de modder daarvan. Wegen die kapot zijn, sinkholes die ontstaan. Het is verschrikkelijk!

Christchurch is goed bezig om weer te herstellen en wordt soms ook New Christchurch genoemd. Dit omdat de stad toch een behoorlijk ander uiterlijk heeft gekregen.

Na de lunch lopen we terug om onze bagage op te halen. Dus bus naar de luchthaven gaat om de hoek en in een half uurtje zijn we op het vliegveld. Na het afgeven van de bagage hebben we nog twee uur tot het instappen. Buiten hebben we wat zitzakken gezien, dus daar ploffen we nog even neer en genieten nu al na van een fantastische reis!

Tot slot

Wat heerlijk dat we de gelegenheid hadden om zo lang op reis te kunnen. Genieten van een prachtig land op een relaxed tempo. Ook het reizen met een camper en de daarbij behorende vrijheid is ons zeer goed bevallen. We hebben natuurverschijnselen en dieren gezien die we nooit eerder gezien hebben en ook nooit ergens anders zullen zien. Een uniek en indrukwekkend land!

TIPS

  • Installeer de app ‘Campermate’ op je telefoon.
  • Check altijd de website van het Department of Conservation (DOC) of wegen begaanbaar zijn met een camper. Op deze website vind je ook mooie wandelingen.
  • Boek (gewilde) excursies vooraf bij het reisbureau.
  • Bereid je voor op op alle weertypes.

 

Geschreven door: Nicole Bakker

Nieuw-Zeeland 5: Zuidereiland, fjorden en gletsjers

Na eerst Noordereiland bezocht te hebben, hebben we inmiddels ook al heel wat moois van ons lijstje op Zuidereiland kunnen afvinken (lees hier).

Het museum Transport world

Gisteren hebben we de prachtige Doubtful Sound gedaan en vandaag rijden we naar Invercargill en bezoeken daar het museum Transport world. Een enorme verzameling van historische auto’s, van de eerste T-Fords, VW-camperbusjes en ook kleinere vrachtwagens en pick-up trucks. Een indrukwekkende hoeveelheid.

The Catlins

Na nog een wandeling door het Queens Park rijden we verder richting het zuidoosten, naar het gebied de Catlins. Onze eerste stop is bij Cliffs at Fortrose, waar een aantal hoge kliffen te zien zijn.

Terug naar de doorgaande weg en via een heuvelachtig landschap, met nog veel meer schapen dan in de rest van Nieuw-Zeeland, rijden we naar Waipapa Lighthouse. Een mooie kleine vuurtoren.

Onze volgende stop is Slope Point, het meest zuidelijke punt van het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Grappige is dat dit gewoon op privéterrein ligt van een boer, je loopt er dus naar toe via een weiland met koeien.

Curio Bay

De laatste stop van deze dag is Curio Bay en hier slapen we ook vanavond. De camping is een bijzondere, het heeft plaatsen tussen het hoge riet, maar ook op een klif aan de baai. Wij kiezen voor een plekje op de klif zodat we aan de achterkant zicht hebben op Curio Bay en aan de voorkant op Porpoise Bay.

Bij de camping ligt ook Petrified Forest, wat 180 miljoen jaar geleden bos was, is nu rots geworden waarin de boomstammen zich aftekenen als lijnen. Deze rotsen liggen nu in zee en bij eb is het goed te zien.

Yellow-eyed pinguin

Op deze zelfde plek is het, met leuk weer uiteraard, ook mogelijk om pinguïns te zien. Het gaat hier dan om het zeer zeldzame ras Yellow-eyed pinguin. Deze pinguïn is ongeveer 65 centimeter groot en heeft rondom de ogen een gele band lopen. November is de maand dat de kleintjes net geboren zijn en dat één van de ouders naar zee gaat om voedsel te halen. Meestal vertrekken ze in de vroege ochtend en komen ze aan het begin van de avond weer terug. Advies voor vandaag: tussen 19.30 en 20.30 uur. Uiteraard gaan we op tijd en dan is het wachten en wachten en wachten. Het kan ook zijn dat je voor niets staat te wachten, het is tenslotte natuur.

Om 20.45 uur is er dan ineens toch een pinguïn. Wat een super ervaring om zo’n beestje te volgen vanaf de zee, over de rotsen de bossage in op weg naar het jong. Deze pinguïn neemt zijn tijd en doet hier ongeveer 25 minuten over. Uitgebreid de veren schudden en rustig de boel observeren.

Na deze ene pinguïn hopen we natuurlijk op meer, maar na nog iets van een half uur gewacht te hebben houden we het voor gezien. Het is donker en koud, dus we zoeken lekker de camper weer op.

Watervallen

De volgende dag is het lekker weer en we vervolgen onze weg door de Catlins. We stoppen als eerste bij de Small Niagara Falls, een geintje, want meer dan een stroom versnellinkje is het niet. Snel doorrijden maar naar de McLean Falls, mooie hoge watervallen.

Daarna de Matai Falls en de Rail Trail Walk. En vervolgens nog een waterval, de Purakaunui Falls.

Als laatste stoppen we nog bij Tunnel Hill, dit is een 246 meter lange tunnel die in laat 1800 gebruikt werd als spoorwegtunnel. Nu kun je er doorheen lopen.

Onze overnachting is vandaag aan het einde van de Catlins in Kaka Point. Dit ligt vlakbij Nugget Point en daar staat weer een mooie kleine vuurtoren op de punt en er is weer een pinguïn-spot-punt.

Uiteraard gaan we ons geluk weer beproeven. Na een korte wandeling vanaf de openbare weg kom je bij een observatiehut en hier sta je lekker beschut en kunnen we weer beginnen met turen. Dit keer staan we er ongeveer een uur en ineens zien we een soort eend in de zee. Even denken hoor ‘een eend in de zee?’ met een gele band om de ogen … Bingo!

Deze zien we mooi het strand op komen en ook deze gaat zichzelf eerst mooi oppoetsen voordat het uiteindelijk weer verdwijnt in de bossages. Het blijft zo gaaf dit!

Possums

’s Avonds op de camping als het echt goed donker is, willen we sterren gaan kijken. Op het veldje achter ons horen we wat geïrriteerde dierengeluiden. Met onze hoofdlamp schijnen we het veld op en deze zit vol met possums. Eén voor één schieten ze de bomen in, om er vervolgens nieuwsgierig toch weer uit te komen.

Voor het zicht zijn het geinige beesten, maar met name de vogelpopulatie (inclusief de pinguïns) lijdt behoorlijk onder deze dieren. Ze worden dan ook met man en macht bestreden.

Naar Dunedin

De volgende ochtend ontbijtje buiten in de zon! En op naar Dunedin, zo’n 100 kilometer verderop. We stellen bij aankomst eerst onze overnachtingsplek veilig, een supercentrale gratis kampeerplek achter het station. In zoverre gratis, alleen parkeergeld van vijf dollar. Het is natuurlijk geen sfeervolle plaats, maar de ligging is prettig. We lopen zo naar het centrum, via het prachtige station van Dunedin dat we van buiten en van binnen bekijken.

Een schitterend gebouw in Vlaamse renaissancestijl uit 1906.

Er zijn in de hele stad behoorlijk wat Victoriaanse gebouwen uit ongeveer dezelfde tijd, zo vanaf 1870. We hebben zelf een stadswandeling uitgezet langs deze gebouwen en langs de vele muurschilderingen die de stad rijk is.

We eindigen de wandeling met een bezoek aan het universiteitsterrein, met prachtige gebouwen. Dit jaar vieren zij hun 150-jarige bestaan. Al met al een middag vullend programma. Aan het einde van de middag gaan we terug naar de camper en zitten nog heerlijk buiten.

Tunnel Beach Walk

Voor 8.00 uur moeten we van het terrein af zijn, dus we staan vroeg op. We rijden in een kwartiertje naar het zuiden van Dunedin, naar het begin van Tunnel Beach Walk. Maar we starten daar eerst nog even met een ontbijtje op onze campingstoeltjes in het zonnetje.

Daarna schoenen aan en lopen maar. We gaan een erg steil pad omlaag, wat behoorlijk wat inspanning vergt om op beide benen te blijven staan.

Zo goed als beneden aangekomen zien we enorme zandstenen kliffen, machtig om te zien.

Een stukje verder komen we bij een rots waarin een tunnel is met keurige uitgehouwen treden. Deze tunnel is al in 1870 gemaakt. We dalen door de tunnel af en komen uit in een prachtige baai omgeven door de hoge kliffen. Fenomenaal! Alsof je alleen op de wereld bent.

Na een kwartiertje genieten, is het tijd om weer naar boven te gaan. Dat is wel even een aardige klim. Op weg maar weer.

Larnach Castle

Tijd voor het Otago Peninsula, het schiereiland bij Dunedin. Hier kunnen onder andere weer pinguïns gespot worden en er zit nog een kolonie albatrossen. Beide bezoeken tegen betaling. Omdat we de pinguïns al gezien hebben en albatrossen niet onze eerste interesse heeft, kiezen wij voor het culturele erfgoed. We bezoeken Larnach Castle, Nieuw-Zeelands enige kasteel.

Het kasteel is tussen 1873 en 1887 gebouwd als residentie voor William Larnach, een bankier en later ook politicus. Oorspronkelijk komt de familie Larnach uit Schotland. Het kasteel is nu in handen van de familie Barker die het in 1967 gekocht heeft. Het kasteel is dan verlaten en vervallen. Ze hebben het sindsdien prachtig opgeknapt en zijn daar deels nog steeds mee bezig. Ook de tuinen er omheen zijn prachtig.

Halverwege de middag rijden we weer terug naar Dunedin zelf. We parkeren de camper nu op een andere gratis plek, bij een sportveld. Voor het eerst deze reis dineren we buiten!

Dunedin

Vanmorgen eerst weer wat boodschappen halen en dan rijden we naar Baldwin Street, de meest steile straat ter wereld. Althans dat was het tot 16 juli 2019, toe bleek er toch een straat in Wales nog iets steiler te zijn. In Baldwin Street is het hoogste stijgingspercentage 35%, per 2,86 meter horizontaal afgelegd gaat de straat 1 meter omhoog.

Op het steile gedeelte ligt beton, omdat asfalt er op hete dagen af zou kunnen stromen. Uiteraard lopen we even naar boven en beneden en dat valt eigenlijk best wel mee.

Naar Moeraki Boulders

We rijden Dunedin uit en gaan richting Moeraki waar de beroemde Moeraki Boulders liggen. Dit zijn grote ronde keien (sommige met een diameter van 4 meter) die over het strand verspreid liggen.

Sommige perfect rond, andere opengebarsten. Deze zijn 60 miljoen jaar geleden op de zeebodem ontstaan uit opgehoopte kalkzouten. In de loop der tijden zijn deze keien in de kustlijn geraakt, in dit geval de zachte kalksteen kliffen. Door erosie komen de keien langzaam los uit de kliffen en rollen het strand op. Er liggen er behoorlijk wat op het strand en we zien er ook nog één in de klif hangen. Een heel bijzonder fenomeen.

Oamaru

Onze laatste stop voor vandaag is de plaats Oamaru. We rijden meteen naar een camping toe en vanaf daar gaan we lopend het centrum in. Deze bereiken we via de Public Garden, een prachtig park.

In het centrum zelf bevinden zich prachtig bewaard gebleven historische panden. Vandaag lopen we er wat sneller langs, het is al laat en morgen gaan we het op ons gemak bekijken. Voor het diner kiezen we een leuke pub uit.

Rustdag

Vandaag min of meer een rustdag. Relaxed starten we op en daarna is het tijd om de camper weer eens goed schoon te maken aan de binnenkant, het bed te verschonen en de was te doen. Het is er een heerlijke dag voor, de zon schijnt volop.

Steampunk

In de loop van de middag gaan we toch nog even het stadje in. Eerst even een lekker ijsje en dan lopen we naar Steampunk HQ, gelegen aan het begin van het Victoriaanse kwartier van Oamaru. Steampunk is een fantasiestroming die het Victoriaanse tijdperk combineert met sciencefiction en het stoomkrachttijdperk. Er worden futuristische machines gebouwd van oude mechanische onderdelen.

Binnen zijn er een aantal kleine zalen en buiten in de tuin staat ook nog het een en ander. We mogen overal aanzitten, altijd leuk! We komen er al snel achter dat er over het algemeen niets gebeurt als je ergens aankomt en onze conclusie is eigenlijk dat er veel oude verroeste rommel bij elkaar staat. Van sommige roestige onderdelen is dan nog wel iets nieuws gelast, zoals bijvoorbeeld een kikker, piranha of insect.

We houden het voor gezien en lopen nog even verder door het Victoriaanse kwartier en gaan nog wat winkeltjes in. Op weg naar de camping lopen we weer door het mooie park.

Blue Penguin Colony

Na het avondeten rijden we met de camper nog even naar de kust, we parkeren nabij de Blue Penguin Colony. Dit is een attractie waarbij je op een tribune de blauwe pinguïns aan land ziet komen. Het schijnt echter dat je ze op de toegangsweg ook gewoon kunt zien. We rijden er met de camper heen en onder genot van een kopje thee wachten we rustig af. Net na zonsondergang rond 21.20 uur zien we wat mensen een specifieke kant uit kijken, dan weet je dat er iets is. We stappen snel uit de camper en ja hoor, daar lopen drie blue pinguins.

Deze soort pinguïn wordt niet groter dan 30 à 35 centimeter, kleintjes dus. Ze lopen een helling op waar je normaal boten uit het water haalt, vervolgens gaan ze door een verlicht tunneltje en komen er aan de andere kant weer uit. Daar hoppen ze de treinrails over en verdwijnen in het groen. We zien er in totaal zo’n 15. Het is een leuk gezicht, maar ik voel me ook een soort van bezwaard door het gevoel dat ik ze misschien opjaag. Niet heel veel later gaan we weer terug naar de camping.

Richting Mount Cook

Gisteren zijn we erg verwend met het weer en wat valt het druilerige weer van deze ochtend dan tegen. We halen de camper van de elektriciteit en zetten vandaag koers naar Mount Cook, met ruim 3700 meter de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. Onderweg zien we een bord met ‘Maori Paintings’, dus daar stoppen we even.

We zien in de rotsen inderdaad de tekeningen die aangegeven worden op de borden. Het lijkt een beetje of je in de maling wordt genomen met deze tekeningen, maar we gaan er maar vanuit dat dit niet zo is. Bij de Aviemore Dam gaan we de snelweg af en rijden boven Lake Aviemore langs. We zijn al eerder de Waitaki Dam gepasseerd en Lake Aviemore eindigt bij Benmore Dam. Drie dammen in één rivier dus. Bijzonder!

Hierna voert onze rit naar Clay Cliffs nabij Omarama. De weg erheen is niet geasfalteerd, dus het hobbelt behoorlijk. Aan het einde van deze gravelweg worden we beloond met de kliffen. Deze zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit gravel, zand en slib.

Tegenwoordig zijn het een soort lange grillig gevormde pilaren. Weer een stukje natuur dat we nog nooit gezien hebben.

Lake Pukaki

Terug naar de hoofdweg waar na verloop van tijd Lake Pukaki verschijnt, één van de alpinemeren van het Mackenzie-bekken nabij Mount Cook. Prachtig meer en turquoise van kleur.

We rijden door naar White Horse Hill ten noorden van Lake Pukaki. Daar is een hele mooie natuurlijk aangelegde parkeerplaats, dat deels een kampeerterrein is. Deze camping is eigendom van het eerder genoemde DOC.

Het uitzicht is werkelijk prachtig op de besneeuwde bergtoppen (ruim 3000 meter) van Mount Sefton met twee gletsjers. We zijn lekker op tijd, dus we maken nog een korte wandeling van een uurtje, heen en terug naar Kea Point. Hier heb je zicht op Mount Sefton, Mount Cook en Mueller Glacier Lake.

Terug bij de camper, kunnen we nog heerlijk buiten zitten. Want na regen op weg naar hier kwam zonneschijn.

Hooker Valley

Vanmorgen starten we met de wandeling door de Hooker Valley, deze start vanaf de camping. Het is lang onzeker geweest of we deze wandeling kunnen maken, omdat één van de drie hangbruggen die je tijdens de wandeling tegenkomt ingestort was door een overstroming. Maar gelukkig is de track sinds kort weer open.

De wandeling is ongeveer 5 kilometer naar Lake Hooker, het gletsjermeer dat ontstaan is door het terugtrekken c.q. smelten van de Hooker gletsjer.

Het meer ligt aan de voet van Mount Cook. De wandeling is aardig vlak, dus eenvoudig. Dit maakt dat het behoorlijk druk is op de paden. Het mooie weer draagt er ook aan bij. Wat een mooie vergezichten weer zeg. En ook zicht op meerdere gletsjers.

Terug naar de camper gaat over dezelfde route. In Mount Cook Village lunchen we heerlijk op een terras en rijden dan 8 kilometer verder naar de Tasman Valley. Hier maken we een combinatiewandeling naar de Blue lakes en naar de Tasman Glacier View. Bij elkaar ongeveer drie kwartier lopen.

Als eerste komen we de meertjes tegen en deze zijn helemaal niet blauw, maar eerder groen. Later komen we een bordje tegen waarop dit inderdaad staat. Vroeger waren de meren wel blauw omdat ze gevuld weren door smeltwater van de gletsjer. Vandaag de dag worden ze gevuld met gewoon regenwater waar algen in groeien.

Naar Tasman Glacier View is het even klimmen en dan worden we beloond met een prachtig uitzicht op de Tasman gletsjer, Lake Tasman en Mount Cook vanuit een andere hoek.

In Tasman Lake drijven zelfs nog wat ijsschotsen.

We verlaten het nationale park van Mount Cook en rijden langs Lake Pukaki weer weg. Omdat je aan de oostkant van het meer gratis mag kamperen, rijden we er deels omheen. Vervolgens zoeken we een mooie plek uit en zien de zon ondergaan achter de bergen aan de overkant van het meer.

Lake Tekapo

Vandaag staat Lake Tekapo op het programma, wederom een mooi turquoise gekleurd meer.

Deze plek staat ook bekend om de prachtige sterrenhemel. Dit omdat hier nauwelijks tot geen lichtvervuiling is. Maar doordat wij al een aantal keren gekampeerd hebben op zeer donkere plekken, hebben wij de sterren al bewonderd. We parkeren bij het kleine kerkje de Church of the Good Shepherd.

Wat direct opvalt in het voorjaar in deze regio, en dan met name bij Lake Tekapo, zijn de ontelbare lupines. Wat een prachtige bloemen!

Cowans Hill Walk

We lopen verder naar het begin van Cowans Hill Walk, een wandeling door eerst een stukje bos en daarna over het open veld. Hierdoor is er weer geweldig zicht op het meer.

De wandeling eindigt weer bij het meer.

We stappen weer in de camper en rijden richting Geraldine, onderweg lunchen we in het piepklein plaatsje Kimbell. In Geraldine doen we weer boodschappen en gaan naar de plaatselijke camping. De bewolking trekt weg en zo aan het einde van de middag is het prima toeven in het zonnetje.

Dan is toch echt het ‘heerlijk avondje’ gekomen. Een paar dagen geleden hebben we in een grote supermarkt in Dunedin speculaasbrokken en marsepein gevonden en vandaag nog warme chocolademelk. Helemaal af dus!

Benieuwd naar de rest van de reis? Klik dan hier

 

Geschreven door: Nicole Bakker

Nieuw-Zeeland 4: Zuidereiland, fjorden en gletsjers

We zitten ongeveer op de helft van onze vakantie en hebben gisteren vooral veel nattigheid gehad, maar oh wat  genieten we tot nu toe (lees hier) van deze fantastische reis door Nieuw-Zeeland!

De schoenen zijn gisteren doorweekt geraakt, maar inmiddels zijn ze weer bijna droog … Tijdens het ontbijt zetten we het kacheltje nog even aan en de eerste 25 kilometer van de dag staat de verwarming van de auto op onze voeten.

Lake Matheson

We rijden eerst naar Lake Matheson bij Fox Glacier. Dit is een spiegelmeer waarin de omliggende bergen met besneeuwde toppen prachtig in worden weerspiegeld. Bij mooi zonnig weer dan. We zien wel wat, maar niet alles.

Al met al is het wel een leuk rondje lopen rondom het meer. De tocht gaat verder naar een kleine zalmkwekerij, nabij Lake Paringa, waar we lunchen. De zalmen leven overigens niet in het meer, maar worden op de kwekerij in grote kunstmatige vijvers gekweekt.

Monro Beach Walk

Dan rijden we door naar Lake Moeraki en daar vlakbij is de Monro Beach Walk. Dit moet het hoogtepunt van de dag worden, want hier kunnen we de Fjordland Crested (Tawaki) pinguïn zien. Het is en blijft natuurlijk wel de natuur hier en het is dus geen dierenpark. In ongeveer een half uur lopen we vanaf de parkeerplaats door het bos naar het strand aan de Tasman Zee.

En wat een geluk, we zien er meteen eentje lopen op het strand. Het is niet de bedoeling dat mensen dichtbij pinguïns komen, dus we houden afstand van de dieren en bekijken ze met verrekijker en onze camera. Wat een prachtig gezicht zoals die pinguïn over het strand wandelt, even uit ons gezichtsveld verdwijnt om vervolgens bovenop een rots weer ‘op te duiken’ om zich te voegen bij nog twee andere pinguïns.

Even later wordt het nog mooier, want we zien de volgende pinguïn nog in de zee. Wat moet zo’n beestje werken zeg om aan land te komen! Ook deze gaat naar de anderen op de rots. Wat een schitterende ervaring! We zien ook nog mensen iets zoeken op het strand en ik ga vragen wat. Ze zoeken naar jade, dat schijn je er dus ook te kunnen vinden.

Thunderbirds Creek Waterval

Het is alweer rond vieren dus we moeten echt weer verder. Het einddoel van vandaag is de plaats Wanaka. Onderweg stoppen we nog bij de Thunderbirds Creek waterval en de Blue Pools.

De lucht breekt open en we zien onderweg zelfs af en toe besneeuwde bergtoppen tussen de wolken door piepen. Na een aantal dagen betaald te hebben gekampeerd, gaan we nu weer voor gratis en overnachten bij Red Bridge campsite.

Naar Wanaka

We worden gewekt door asfalteringswerkzaamheden en door een voorzichtig zonnetje. Na het ontbijt rijden we in een klein kwartiertje naar Wanaka. Als eerste rijden we naar het meer. In dit meer staat de Wanaka Tree, een boom die in het water groeit.

Best bijzonder gezicht zo, één boompje in een immens meer. We lopen nog wat verder langs het meer en genieten van het uitzicht op de besneeuwde bergtoppen rondom het meer. Wanaka is bekend als wintersportplaats, maar het is ook in de zomer een gezellig plaatsje.

Puzzling World

’s Middags bezoeken we nog Puzzling World, een attractie waar allerlei ruimtes zijn met illusies, erg grappig.

Buiten is er ook nog een doolhof, waar we toch gauw een uurtje zoet zijn. Aan het einde van de middag rijden we weer naar dezelfde slaapplek toe en zetten de boiler aan voor een heerlijke warme douche.

Cromwell

Het ontbijt is de volgende dag, vinden we zelf, bijzonder grappig. Bij elke hap die we nemen blazen we stoomwolkjes van de kou. Snel op weg dan maar richting Queenstown. De snelste route is met een camper niet toegestaan vanwege te steile en scherpe bochten. We rijden als eerste naar Cromwell, een stadje oorspronkelijk gelegen op de samenkomst van de Clutha River en de Kawarau River. Met de aanleg van de Clyde Dam in 1990 kwam het stadje onder water te staan door Lake Dunstan. Eénderde is op hoger gelegen gebied herbouwd.

We bezoeken hier Cromwell Heritage Precinct. Hier staan historische gebouwen uit 1860 die ze gered hebben uit de hoofdstraat die nu onder water staat. Een klein openluchtmuseum dus.

Arrowtown

Tegen de middag rijden we door naar Arrowtown, een goed bewaard gebleven goudmijn-stad. Ook hier staan prachtige oude gebouwen uit omstreeks 1860 en er zijn overblijfselen van huisjes van Chinese gastarbeiders.

Queenstown

Daarna is het nog zo’n 16 kilometer rijden naar Queenstown. Deze stad heeft zich ontwikkeld tot adrenaline-stad waar je allerlei avontuurlijke sporten kunt doen zoals bungeejumpen, raften en andere activiteiten op het water, mountainbiken, skiën en  snowboarden. De laatste twee circa vijf maanden per jaar.

De stad ligt supermooi zo aan het water en met de bergen rondom. Het centrum is erg gezellig met leuke winkels en horeca. Vanaf de camping waar we staan lopen we er in een kwartiertje naar toe. Ons doel voor vandaag is een nieuwe paraplu en regenbroeken. De paraplu is reeds gebruikt, de regenbroeken hopen we ongebruikt mee naar huis te nemen.

Mount Crichton wandeling

De meeste dagen hebben we vijf lagen kleding aan, vandaag lijken vier lagen wel voldoende. We beginnen vandaag met een rit langs Lake Wakatipu, een meer in een s-vorm wat loopt van Glenorchy tot Kingston met Queenstown in het midden.

Vanuit daar rijden we richting Glenorchy. Vrij snel buiten Queenstown is onze eerste stop om de Mount Crichton wandeling te gaan doen. Deze is ongeveer zes kilometer en volgens de borden doe je er twee tot vier uur over. De wandeling voert door een mooie groene kloof, een canyon.

De bomen zijn hier meer loofbomen. Voor het eerst dat we dit echt zien. Tot nu toe zagen we voornamelijk regenwoud. In de kloof kolkt een rivier en eenmaal boven hebben we prachtig uitzicht op Lake Wakatipu met daarachter immense besneeuwde bergtoppen.

Deze zien we vandaag overal om ons heen. Je hebt hier dus geen idee van als het elke keer zo bewolkt is. Na tweeënhalf half uur zijn we alweer terug, met twee kledinglagen minder.

We rijden verder naar Glenorchy zelf, de rit erna toe is prachtig! Na elke bocht weer een nieuw zicht op het meer en de bergen. Terug richting Queenstown maar weer en we gaan door richting Kingston. Ook weer een prachtige rit en vlak voor deze plaats is een geweldige gratis kampeerplek aan het meer.

Fjordengebied

Na heerlijk geslapen te hebben, vervolgen we de route naar Manapouri. Hier kijken we  alvast waar onze volgende excursie gaat vertrekken. Na dit gezien te hebben rijden we door naar Te Anau, en zijn daarmee aangekomen in het fjordengebied van Nieuw-Zeeland.

De camping die we op het oog hebben is gelukkig beschikbaar. Hier gaan we direct aan de slag met de was en kloppen we het beddengoed weer eens goed uit, want zolang in dezelfde camper maakt wel wat stoffig. Op deze camping hebben ze een kleine tweepersoonssauna die gebruikt mag worden door de gasten van de camping.

Bij aankomst hebben we meteen een tijd gereserveerd, dus aan het einde van de middag is het ineens 72 graden. Heerlijk zweten dus. Na het eten maken we nog even een wandelingetje richting het centrum.

De Kepler Track

Ons voornemen om de regenbroeken pas in Nederland te gebruiken houdt niet lang stand. We willen een deel van de Kepler Track gaan wandelen en het regent behoorlijk. De Kepler Track zelf is een meerdaagse wandeling, maar je kunt er ook een stukje van lopen. Wij kiezen voor het deel wat tot Brod Bay gaat, een kleine zes kilometer heen en hetzelfde stuk weer terug.

De wandeling voert weer door een bos en dit keer is het weer regenwoud. In andere delen hebben we al veel varens gezien die op een stam staan, hier groeien de varens direct vanaf de grond. Omdat het lente is zijn de kleuren lekker frisgroen. Door het regenachtige weer, en niet alleen van vandaag, is het op sommige delen van het pad een beproeving om verder te kunnen.

Er zitten stukken in met ware modderpoelen en dan is het de kunst om de juiste stap te zetten en er niet tot je enkels in te gaan. Dit gaat ons gelukkig aardig af. Verder dan net over de neus van de schoen komt het niet. De wandeling voert dan wel door het bos, maar loopt vaak ook parallel aan de oevers van het Lake Te Anau.

De oevers die tegenover de plaats Te Anau liggen kunnen we echter door de laaghangende bewolking niet zien. Nog voordat we op het keerpunt zijn wordt het al wat lichter aan de hemel en de zon probeert door de bomen heen te piepen. Die zitten echter nog vol regenwater, dus het druppelt nog wel even door. Op de terugweg zijn de bomen ook uitgedruppeld en je ziet ineens een heel ander bos.

Bijzonder genoeg is het met regen eigenlijk mooier omdat het er dan zo fris uitziet. Fijn om het verschil te kunnen zien. Inmiddels hebben we ook zicht op Te Anau en de omliggende bergen.

Terug in Te Anau informeren we bij het Visitor Centre nog even naar de mogelijkheden in het verderop gelegen Milford Sound. Dit omdat de afgelopen dagen de weg erheen regelmatig is afgesloten vanwege sneeuwval. Terug op de camping kunnen de schoenen en wijzelf nog even lekker genieten van het zonnetje. In de avond lopen we voor het diner naar Redcliff restaurant, wat erg goed bekend staat. Dat kunnen wij alleen maar beamen.

Richting Milford Sound

De volgende ochtend rijden we naar het noorden richting Milford Sound. Dit ligt op 118 kilometer van Te Anau. Als snel rijden we in een soort fuik, wel een vriendelijke. Of we ervan op de hoogte zijn dat de weg naar Milford Sound vanaf een bepaald deel is afgesloten. Dat weten we, maar keurig dat ze dit doen. Daarna is onze eerste stop Mirror Lakes. Een aantal kleine watertjes waar de besneeuwde bergtoppen prachtig in weerspiegelen, afhankelijk van het weer natuurlijk.

Het waait nu net iets te hard voor het mooie, maar de terugweg hebben we nog een kans.

Naar Key Summit

Verder rijden maar naar The Divide, hier is de parkeerplaats voor de wandeling die we gaan doen naar Key Summit. Deze wandeling is ongeveer vierenhalf kilometer omhoog lopen op een soms prima pad en soms op een ruig pad. Het harde werken wordt wel enorm beloond met een schitterend uitzicht over de besneeuwde bergtoppen.

Welke kant je ook op kijkt, je ziet ze. We lopen nog vijf minuutjes verder naar boven en hebben uitzicht op Lake Marian. Eigenlijk hadden we de wandeling naar dat meer zelf willen doen, maar dat ging niet vanwege de wegafsluiting. Via hetzelfde pad dalen we uiteindelijk weer af.

We rijden natuurlijk wel even door naar de wegafsluiting waar een dertigtal voertuigen hoopvol staan te wachten op het sein dat de weg weer opengaat. Helaas voor deze mensen is dat ook vandaag niet gebeurd, lezen we later. We keren om en rijden de 85 kilometer weer terug.

Deze terugweg is nog prachtiger dan de heenweg. Het weer is opgeklaard en de besneeuwde bergtoppen zijn geweldig om te zien. De ene keer is de omgeving vrij vlak door een vallei en de andere keer weer wat meer hoogteverschil met prachtige gele bloemen.

We stoppen weer bij Mirror Lakes en het zicht is nu gelukkig iets beter en rustiger.

Onze laatste stop is Lake Mistletoe, een makkelijk wandelingetje van zo’n 30 minuten naar het meertje en terug door het bos zien we nog wat kleine muizen met elkaar spelen. Het einde van de dag nadert, dus we rijden weer lekker terug naar de camping.

Naar de Doubtful Sound

Als eerste gaan we vanmorgen naar de supermarkt om alvast voor de komende dagen eten te halen. Daarna rijden we naar Manapouri voor de excursie naar de Doubtful Sound. Om 12.30 uur stappen we op een soort passagiersferry, die ons in drie kwartier naar de overkant van Lake Manapouri brengt.

Hier, bij het grootste hydro power station van Nieuw-Zeeland, stappen we over op een bus. Deze brengt ons ook weer in drie kwartier over de Wilmot Pass naar Deep Cove waar we uiteindelijk inschepen op de Fiordland Navigator, een klein cruiseschip waar circa 70 passagiers opgaan. Na de nodige veiligheidsinstructies brengen we onze spullen naar de hut. Het is een hut die we delen met twee andere passagiers. Er zijn wel privé-hutten, maar deze zitten razendsnel vol en zijn een stuk duurder. Daarna gaan we lekker de boot verkennen.

Door de kleinschaligheid voelt het meer als een boot dan een cruiseschip. Er zijn een aantal buitendekken verdeeld over twee etages en binnen is een centrale ruimte waar je lekker kunt relaxen en waar ook de maaltijden geserveerd worden. Onderhand loopt er op de boot ook een gids rond met een microfoon, die op zijn tijd interessante wetenswaardigheden over de flora en fauna van het fjordengebied vertelt.

Door de intercom komt vervolgens de mededeling dat de soep klaarstaat en wat later een hartige scone. Heerlijk af en toe een tussendoortje. De route voert als eerste direct naar het andere eind van het fjord bij de Abel Tasman Zee. Bij de monding met de zee gaat het water behoorlijk tekeer, dus voor zeezieken heel eventjes afzien.

We worden hier wel direct beloond met een zeeleeuwen-kolonie en een drietal pinguïns, weer van het soort Fiordland Crested. Aan het einde van de middag varen we de rustige zijarm Bradshaw Sound in, waar we voor anker gaan. Hier is de keuze om met een kajak het water op te gaan of met een klein tenderbootje. We kiezen allebei voor iets anders zodat we de ervaring kunnen delen.

Met het bootje leer je nog wat meer van de natuur en met het kajakken geniet je wat meer van de stilte om je heen. Hoewel je wel bij de groep moet blijven. Daarna is er voor de liefhebber gelegenheid om te gaan zwemmen. Dat vinden wij een beetje te koud, maar één of twee stoere medepassagiers wagen de duik.

Het is alweer acht uur en het diner staat klaar. Een heerlijk buffet, voldoende om uit te kiezen. Na het diner geeft de gids nog een presentatie over nog meer flora en fauna in dit bijzondere gebied. Na de presentatie is het alweer 22.00 uur geweest en tijd om naar bed te gaan. Morgen weer vroeg dag.

Vroeg is rond 6.00 uur opstaan. Ook het ontbijt is weer een buffet met de keuze uit warm en koud. Rond 7.00 uur wordt het anker opgehaald en gaan we weer varen.

Vlakbij Secretary Island zien we nog weer een pinguïn op de rotsen staan en daarna varen we Hall Arm in. We varen helemaal naar het einde en daar worden de motoren uitgezet en vraagt de gids om vijf minuten stilte. En dan tijdens die stilte ook geen foto’s etcetera nemen, maar gewoon genieten van de geluiden om je heen. Ze noemen dit de ‘Sound of Silence’, sorry als je nu het liedje in je hoofd hebt. Machtig mooi die stilte, die alleen gevuld wordt door het geluid van watervallen en de vele vogels. Om me heen zie ik ook kleine flarden aan wolkjes. Die veranderen razendsnel van vorm en als je denkt dat je het kunt pakken, dan zijn ze ineens in het niets opgelost. Ongrijpbaar dus.

Langzaam aan varen weer terug naar Deep Cove en gaan we andersom als we gekomen zijn weer terug naar Manapouri. Een heel bijzondere ervaring op een geïsoleerd gelegen fjord waar maar een handjevol mensen kunnen en mogen komen op een dag.

Terwijl in het fjord de zon zich amper heeft laten zien, is het hier redelijk zonnig. We rijden langs uitgestrekte velden met schapen naar Winton en parkeren de camper op een gratis kampeerplek. We pakken onze stoeltjes en genieten de rest van de middag van het zonnetje.

 

Benieuwd naar het volgende deel van deze  fantastische reis? Binnenkort lees je hier het vervolg …

 

Geschreven door: Nicole Bakker

Nieuw-Zeeland 3: Zuidereiland, fjorden en gletsjers

Na 2 weken genoten te hebben op Noordereiland (lees hier) maken we vandaag de oversteek naar Zuidereiland, waar we ons avontuur gaan voortzetten.

Met de ferry naar Zuidereiland

We staan vroeg op want om 8.45 uur gaat de ferry van Wellington naar het Zuidereiland. We moeten er al een uur van te voren zijn en zien al snel waarom dit zo is. Wat een boel voertuigen gaan er op zo’n ferry zeg, niet normaal. Eenmaal aan boord merk je niets meer van die drukte en zijn er op de vele verdiepingen genoeg zitjes en eetgelegenheden.

Het eerste deel van de overtocht gaat over de Cook Street en het laatste deel gaat via de Marlborough Sounds, één van de fjordengebieden van Nieuw-Zeeland. Prachtig!

Na ongeveer 3,5 uur komen we aan in Picton. Eerst nog even wat boodschappen en dan op naar de camping. Het is ongeveer 15 kilometer rijden, waar we een half uur over doen. Dit omdat de route al kronkelend naar de top van het fjord leidt, wat een ontzettend indrukwekkend uitzicht oplevert.

Toch zijn we lekker op tijd op de camping, waardoor we voldoende tijd hebben voor het huishouden. Het waait goed en het is droog, ideaal om het beddengoed te wassen. En als we daar dan toch mee bezig zijn, dan maken we ook meteen de camper aan de binnenkant schoon en kloppen alles uit wat er maar uit te kloppen valt.

Eerste wandeling

Als de duisternis invalt gaan we een wandeling maken welke door de camping wordt aanbevolen. We pakken onze stokken en hoofdlampjes en gaan op pad.

Als eerste lopen we door een veld met schapen, klimmen over wat hekjes en via een aantal andere weilanden komen we in het bos. Een smal pad leidt ons over en door wat stroompjes uiteindelijk naar een kleine waterval. Advies is om daar vlakbij te wachten tot het donker is en dan weer naar beneden te lopen. Wat er dan te zien is, is magisch!

In dit bos zijn namelijk ook de gloeiwormen. Wat super bijzonder weer en nu kunnen we wel foto’s nemen. Na verloop van tijd horen we enorm geritsel en als we onze hoofdlampen weer aanzetten zien we een enorme possum de boom inschieten. Tijd om terug te gaan!

Met de postboot

En weer de wekker gezet, vandaag om aan het werk te gaan. We gaan namelijk de post bezorgen. Vanuit Havelock nemen we de postboot.

Deze brengt de post en boodschappen naar mensen die wonen op plaatsen waar geen weg over land naar toe is. De tocht voert ons weer door de meest prachtige fjorden en af toe worden we vergezeld door dolfijnen.

Op één van de rotswanden in de fjorden leeft de King Shag, een uiterst zeldzame soort aalscholvers. Deze soort leeft alleen hier en er zijn er nog maar een kleine 500.

Rond half vier zijn we weer terug en rijden we meteen maar door naar het Abel Tasman National park, waar we twee uur later arriveren.

Abel Tasman National Park

We slapen even lekker uit en starten de volgende dag rustig op. Het is lekker weer, dus het ontbijt kan buiten. Bij de receptie van de camping regelen we een watertaxi. Abel Tasman National Park heeft een lange kustlijn met veel baaien en eilandjes.

Met een watertaxi kun je je dan af laten zetten bij één van de baaien. Je kunt er voor kiezen om ook weer opgehaald te worden in bijvoorbeeld een andere baai, maar je kunt ook terug lopen via één van de vele wandelpaden. Om 12.00 uur vertrekt de watertaxi. Dit gaat op een hele bijzondere manier.

Op de parkeerplaats staat een tractor met een aanhanger en daarop een boot. We nemen direct plaats in de boot, en worden dan door de tractor op de aanhanger naar het strand gereden. Daar rijden ze met de tractor de zee in om daar de boot van de aanhanger af te laten glijden.

Split Apple Rock

We varen eerst vijf minuutjes de verkeerde kant uit, omdat ze Split Apple Rock willen laten zien. Dit is een grote rots die op een appel lijkt en exact in tweeën is gesplitst.

Vervolgens varen we wel de juiste richting uit, maar eerst nog even zeeleeuwen kijken bij een eilandje. Gelukkig zien we er één.

Anchorage Bay

Dan varen we naar onze eindbestemming van vandaag, Anchorage Bay. Uitstappen in zo’n baai betekent wel natte voeten. Omdat het inmiddels lunchtijd is, laten we onze voeten drogen onder het genot van een boterham met pindakaas. Dan starten we onze wandeltocht van circa 12,5 kilometer terug naar de camping. Vanaf het strand is het eerst een kleine klim naar het wandelpad en daarna is alles zeer goed begaanbaar.

Een mooie afwisseling van bos en meer open stukken met prachtig zicht op andere baaien. Na ongeveer vier uur zijn we weer terug op de camping en genieten we nog even van het zonnetje.

naar de Awaroa Inlet?

De volgende dag ontbijten we met jonge eendjes naast ons campingtafeltje. Zo leuk! Zeker met deze lekkere ochtendzon erbij.

Maar we moeten weer verder. De reis gaat vandaag van de zuidkant van Abel Tasman National Park naar de noordkant. Hier staat een wandeling op de planning van 14 kilometer naar de Awaroa Inlet, die alleen bij laagtij te belopen is. De inlet is een brede riviermonding die overgaat in de Tasman Baai.

Als het eb is valt deze prachtig droog. Gisteren hebben we al een soortgelijke wandeling qua omgeving gedaan en eigenlijk hebben we daar vandaag niet nog een keer zin in. We besluiten er naar toe te rijden, dat kan namelijk ook.

Het is wel een behoorlijk eind, kronkelend door de bergen, en we passeren alvast een andere inlet, de Wainui Bay. Het laatste deel is een zogenaamde gravelweg. Deze wegen zijn niet geasfalteerd, maar wel goed geprepareerd om over heen te rijden. Zo’n 4 kilometer voor het einde verandert deze weg meer in een soort zandweg en staat er een bord dat de weg niet geadviseerd wordt om te berijden met een caravan of camper. Er staat ook meteen bij dat sleepvoertuigen op deze weg niet kunnen komen. Helaas dus.

Te Waikoropupu Springs

Onverrichter zake keren we weer terug naar waar we vandaan komen. Bij Takaka bezoeken we nog de Te Waikoropupu Springs, een vrij grote en zeer heldere bron die zo uit de aarde komt opborrelen.

We stappen weer in en rijden een kleine vier uur naar de plaats Westport aan de noordwestkust. Hier is ook weer een prachtige gratis kampeerplaats aan zee … De, vandaag ruige, Tasman Zee.

Scotts Hill lookout

De volgende dag vertrekken we vanuit Westport richting Oparara Basin, helaas blijkt ook dit niet te bereiken met de camper … Gelukkig is er vijf kilometer verderop een plekje Kohaihai genaamd. Vanuit hier kunnen diverse wandelingen worden gemaakt en we kiezen ervoor om naar Scotts Hill lookout te lopen, deze geeft zicht op Scotts Beach.

Door het wat minder goede weer is het hier en daar bijna in een soort mist gehuld. Na een snelle lunch bij een picknicktafel lopen we weer naar beneden. Het leuke is dat zowel de heen- als terugweg via een erg wiebelende hangbrug is.

We rijden weer terug naar Karamea voor een welverdiende kop koffie en warme chocolademelk.

Seal Colony

Daarna weer naar Westport en daar bezoeken we nog de vuurtoren bij Cape Foulwind en de Seal Colony. We zien daar zo’n 12 zeeleeuwen chillen op de rotsen.

We besluiten om nog wat verder te rijden naar het zuiden en kamperen wederom gratis aan zee nabij Fox River.

Onrustige nacht

Elke keer aan zee slapen klinkt leuk, maar dat onstuimige weer maakt het wel wat onrustig. Op alle plaatsen aan zee staan keurig borden met tsunami-evacuatieroutes, daar staat ook bij op wat voor soort momenten ze zouden kunnen komen, zoals bij aardbevingen.

Dus als je een aardbeving voelt, dan moet je alert zijn. Als je de zee hoort bulderen en je camper staat heen en weer te schudden … Is dat dan gewoon slecht weer of een aardbeving? Inmiddels hebben we geleerd, gelukkig niet in praktijk, dat bij een aardbeving je camper niet (alleen) schudt, maar dat de wielen van de grond komen. Check! De nacht was gewoon wat onstuimig.

Pancake Rocks

Waar we staan is op zondag altijd een kleine markt, die we nog even meepakken. Verder komt op dit terrein elke ochtend de ‘Pancake-man’, dus het ontbijt is ook meteen geregeld.

Tijd om weer op weg te gaan en we rijden richting Punaikaki en stoppen hier bij Pancake Rocks, indrukwekkende rotsformaties die oprijzen vanuit de zee.

Ze zien er opvallend uit door de laagjes waar ze uit zijn opgebouwd. Dat lijken, met de nodige fantasie, net gestapelde pannenkoeken vandaar de naam.

Shanty Town

Inmiddels regent het behoorlijk, dus we gaan kijken wat er in de buurt te doen is waarbij je niet altijd buiten bent. Het wordt Shanty Town nabij Greymouth. Weliswaar een openluchtmuseum, maar wel met de nodige gebouwen om in te gaan. Als we er aankomen kunnen we nog net met de stoomtrein mee.

Een kort ritje door het regenwoud. Aan het einde van de rit kom je in een houtzagerij en via het bos lopen we weer het ‘dorp’ in. De gebouwen zoals een kerkje, gevangenis, schoenenwinkel, brandweerkazerne, hoefsmid, schooltje etcetera zijn klein en niet altijd toegankelijk, laat staan dat er mensen iets demonstreren. Ook zijn veel dingen in onderhoud. Al met al is er weinig activiteit en is het daardoor niet zo interessant als we hoopten.

We gaan lekker een plekje voor de nacht zoeken. Betaald en lekker in het centrum van Greymouth.

Hokitika

Na een heerlijke douche rijden we vanmorgen verder zuidwaarts. Onze eerste stop is het stadje Hokitika, bekend om de edelsteen jade. Er zijn dan ook erg veel winkels die de edelstenen in de vorm van prachtige sieraden verkopen.

We gunnen onszelf ook nog even tijd om de laatste Sinterklaas cadeautjes te kopen. In de middag rijden we door naar de gletsjers Franz Josef en Fox. We passeren eerst Franz Josef en een half uurtje verderop ligt Fox.

Over 4 dagen hebben we hier een excursie gepland staan, waar we wel een beetje mooi weer bij kunnen gebruiken. En toevallig weten we dat het morgen aardig weer schijnt te worden. We hebben deze excursie al ruim voor vertrek geregeld via de lokale agent in Nieuw Zeeland van TravelXL. Gisterenavond hebben we hen een mail gestuurd om te vragen of deze excursie een paar dagen eerder mogelijk is en we hebben ontzettend geluk! Door een afzegging kunnen we morgen mee.

Wandeling

Bij Fox Glacier aangekomen willen we alvast een wandeling maken naar een plek waar je zicht hebt op de gletsjer. Echter de toegangsweg is  afgesloten. Het blijkt dat er in augustus een grote aardverschuiving is geweest die de weg heeft weggevaagd.

Dan maar even het dorp inwandelen, het is niet groot maar wel even leuk om rond te kijken. We maken daarna nog een klein wandelingetje over het pad waar je in het donker gloeiwormen kunt zien. De zon is voorzichtig doorgekomen en schijnt prachtig door de bomen. Werkelijk iedere boom is begroeid met mos, heel bijzonder. Wat ontzettend jammer dat we onze camera niet mee hebben genomen.

Fox Heli-Hike

De volgende ochtend worden we gewekt door helikoptergeluiden. Dat is goed nieuws voor onze excursie. Vandaag gaan we namelijk de Fox Heli-Hike doen. Aan het einde van de ochtend melden we ons bij de verzamelplaats. We krijgen de nodige instructies en trekken warme sokken en waterdichte schoenen aan. Verder krijgen we nog een regenjas, je weet tenslotte maar nooit.

Met een bus worden we naar het helikopterplatform gebracht. De rugzakken gaan in een mand aan de buitenkant van de helikopter en wij stappen in. Na een minuut of zes landen we op de gletsjer. Daar staat Lucas klaar die ons vandaag gaat gidsen. Als eerste krijgen we nog spikes om onze schoenen heen en een wandelstok.

Dan gaan we op weg. We klimmen een behoorlijk stuk, waarbij Lucas met zijn pikhouweel elke keer een trappetje voor ons uithakt. Onderweg zien we kleine stroompjes, gletsjerspleten, delen waar je doorheen kunt kijken en ook wat rotsen die de gletsjer met zich meeneemt.

Je merkt het niet maar de gletsjer verplaatst zich elke dag vijf meter naar beneden. Het ijs onderaan de gletsjer gaat langzamer, vandaar het grillige uiterlijk van de gletsjer.  Op de bergen om ons heen zien we nog een behoorlijk aantal watervallen. Het is echt een compleet andere wereld waar we ons in bevinden, de kleuren, het landschap, heel onwerkelijk.

Na ongeveer 2,5 uur zijn we weer ‘beneden’, daar waar de helikopter ons weer op komt halen. Deze brengt ons weer veilig terug naar waar we gestart zijn. Wat ik bijna vergeet te vertellen, we hadden fantastisch weer. Veel zon af en toe een wolkje, niet te koud en niet te warm.

In het dorp nemen we nog een kop koffie en lopen terug naar de camping.

Na het avondeten is het nog steeds droog en we besluiten om nu wel de wandeling naar de gloeiwormen te maken. Ondanks dat we ze nu al meerdere malen gezien hebben, blijft deze bijzondere verschijning ons aantrekken. Gelukkig zien we er ook weer genoeg.

De volgende dag worden we  weer door het tikken van de regen gewekt. Jammer! Het was zo lekker gisteren. Wat meteen opvalt is dat je geen helikopters hoort. Extra fijn dat wij gisteren al mee zijn geweest.

Franz Josef

Omdat we Franz Josef eerder voorbij gereden zijn, gaan we er vandaag weer naar terug. Daar aangekomen informeren we eerst even bij het informatiepunt of de wandelingen die we willen maken veilig zijn. Op diverse plekken lezen we namelijk dat er met hevige regenval overstromingen kunnen komen. De wandelingen die wij willen maken zijn gelukkig veilig, dus op naar het beginpunt.

Hier staat keurig een informatiebord van het eerder genoemde DOC en daarop staan ook de weersvoorspellingen en tot wanneer bepaalde plekken sowieso veilig zijn. De wandeling die we willen maken gaat namelijk door een rivierbedding en die kan altijd volstromen. Medewerkers van DOC maken aan het begin van elke dag deze wandeling om te kijken of er nog iets veranderd is of aangepast moet worden. Een veilig idee.

De wandeling die we gaan maken moet ons naar de voet van de gletsjer brengen. Deels over een pad in het bos en grotendeels dus door de drooggevallen rivierbedding.

Onderweg komen we telkens bordjes tegen dat de gletsjer zoveel jaar geleden tot dat punt kwam, zo zie je dus dat zo’n gletsjer snel kleiner wordt. Aan het einde van deze wandeling hebben we mooi zicht op de Franz Josef gletsjer. Regenachtig, maar niet in de wolken gehuld.

Peters Pool

Terug in de camper bakken we even lekker een eitje voor de lunch. Zo handig dat je altijd alles binnen handbereik hebt. Daarna maken we nog een wandelingetje de andere kant uit. Door het bos, eigenlijk regenwoud. We komen al snel bij een klein meertje genaamd Peters Pool, dit kleine meertje weerspiegelt normaal gesproken de bergen eromheen en de gletsjer.

De bergen konden we er inderdaad nog net in zien, de gletsjer was inmiddels achter de regenwolken verdwenen. Over een paar jaar zal de gletsjer er  vermoedelijk niet meer in te zien zijn, omdat deze dan weer verder gekrompen is. We lopen verder en stuiten op een recent omgevallen boom. Even klauteren dus om daarna beloond te worden met weer een fantastische swingbrug.

Terug maar weer naar de camper, want het gaat steeds harder regenen. Op de camping hangen we alles even lekker uit en drogen de jassen bij het elektrische kacheltje. ’s Avonds vinden we dat we het wel verdiend hebben om uit eten te gaan. We trekken onze regenjassen weer aan en gewapend met de paraplu stappen we de camper uit. Aangekomen bij het restaurant, een paar honderd meter verderop zijn we, door de slagregens, met name aan onze achterkant door en door nat. Heerlijk gegeten en weer terug door dezelfde regen en wind en inmiddels loopt het water ook onze schoenen in. In de camper zetten we het kacheltje weer aan en hopen dat met name de schoenen morgen weer droog zijn.

Benieuwd naar de rest van onze bijzondere reis? ? Lees hier het vervolg

 

Geschreven door: Nicole Bakker

Nieuw-Zeeland 2: Noordereiland, Maori’s, vulkanen en prachtige baaien

Na het eerste deel van onze reis over het Noordereiland waarin we al een paar hoogtepunten hebben kunnen afvinken (lees hier) rijden we verder richting Lake Taupo.

Lake Taupo

Via de Huka watervallen rijden we naar Taupo gelegen aan Lake Taupo, met 616 km2 het grootste meer van Nieuw-Zeeland.

Er is een hele fijne gratis kampeerplek bij Five Mile Bay Amenity. Een ontzettend groot terrein aan het meer. We vinden nog net één van de laatste plekjes direct aan de oevers van het meer.

Dagje relaxen

De ochtend dient zich alweer aan en wat voor eentje! Wat een heerlijk weer is het vandaag. Hé, het is zondag, vakantie en we hoeven niet veel. We gaan relaxen bij Wairakei Thermal Valley, een een Spa bestaande uit drie baden die als terrassen in elkaar overlopen. De bovenste wordt door een natuurlijke bron gevoed en is goed heet, rond de 40 graden. De middelste is wat koeler en de onderste weer wat warmer, doordat in dit bad nog een kleine natuurlijke waterval uitkomt.

Rond lunchtijd vertrekken we richting het centrum van Taupo en nemen het er even lekker van op een zonnig terras. We besluiten de nacht weer door te brengen op dezelfde kampeerplek.

Dit keer zijn de plekjes direct aan het water vol, maar beschut achter de kleurrijke begroeiing is ook prima.

Richting Tongariro NP

We beginnen de volgende dag met boodschappen doen. Onze volgende bestemming is in de bergen en daar heb je meestal weinig supermarkten. Nadat de kasten en koelkast weer gevuld zijn, rijden we richting Tongariro NP, ook wel bekend geworden als Mordor, in Lord Of The Rings. Het regent behoorlijk, wat maakt dat we de vulkanen die we tegemoet rijden niet zien. Op de camping is gelukkig plaats en we maken, gewapend met donsjack, regenjas en paraplu een wandelingetje naar het Visitor Centre. Hier vind je informatie over de wandelingen en activiteiten die er te doen zijn.

Als we weer naar buiten lopen is het droog en zien we de majestueuze vulkanen liggen met de toppen nog in sneeuw gehuld. Tijd voor een warme chocolademelk in het café.

Wandeling naar Silica Rapids

De nacht was weer frisjes en de ochtend grijs. Toch wagen we het erop en gaan een wandeling van ongeveer 7 kilometer maken naar de Silica Rapids. De wandeling start bij de camping en voert ons eerst door het bos, vervolgens over heideachtig Alpenlandschap en uiteraard over vulkaangrond.

Eerst passeren we de Golden Rapids, deze stroomversnelling lijkt haast goud door het vele ijzer in de grond. De stenen om ons heen zijn rood-/oranjeachtig, ook door het ijzer, en zijn daardoor als het ware verroest. Zo ruikt het ook.

De Silica Rapids lijken qua kleur dan weer meer op aluminium, omdat het water hier dit metaal bevat. Tijd om weer de terug te gaan. Al vrij snel begint het behoorlijk te regenen. Snel de regenjassen aan en gelukkig zijn we verder warm genoeg gekleed.

We eindigen de wandeling bij Chateau Tongariro. Een statig hotel waar we bij het haardvuur opdrogen en een heerlijke high-tea bestellen. Daarna zoeken we de camper weer op en brengen hier de rest van de middag door met de kachel en een boek. Inmiddels is het ook gaan hagelen en dit zorgt zelfs even voor een winters landschap.

Naar Tama Lakes

De volgende ochtend staan we op tijd op. De weersvoorspellingen zijn tot een uur of twee goed en we willen graag naar de Tama Lakes wandelen. Dit is een wandeltocht van ongeveer 17 kilometer retour. Het eerste deel gaat door wat bosachtig gebied en voert ons langs de Taranaki watervallen.

Daarna begint pas echt de tocht naar de Tama Lakes. Het is een goed aangelegd pad met hier en daar wat heuvels op en af. Het landschap verandert, net als gisteren, in een soort Alpen-gebied.

Maar vandaag met schitterend zicht op de beide vulkanen, Mount Ruapehu en Mount Ngauruhoe. Na een kleine twee uur komen we aan bij het eerste meer, Lower Tama Lake. Een kratermeer met ongelooflijk blauw water.

Vanaf hier is het nog een klein uurtje naar Upper Tama Lake, maar wel met een behoorlijke klim. De wind is al behoorlijk toegenomen en de wolken drijven al langzaam dichterbij, waardoor we besluiten om terug te gaan. Op een gegeven moment kunnen we vlak voor de watervallen kiezen voor een alternatief pad terug naar de parkeerplaats.

Uiteraard doen we dit en vlak voor de regenbui zijn we weer beneden. Omdat we lekker op tijd zijn kunnen we alvast rustig naar onze volgende bestemming, Waitomo, rijden en een slaapplaats zoeken.

Waitomo

Waitomo is vooral bekend om de vele soorten grotten en met name die met zogenaamde ‘glowworms’. In de grot die wij bezoeken zie je in het donker duizenden ‘blauwe’ lichtpuntjes aan het plafond hangen, de gloeiwormen.

Als de gids er met de zaklamp op schijnt, zie je dat het een soort cocon-achtige draden zijn met aan het einde een lichtgevend puntje. Met dit puntje lokken de wormen hun voedsel. Aan het einde van de toer varen we nog met een bootje een stukje de grot in waarbij we nog veel meer gloeiwormen zien. Wel heel bijzonder! Zoiets heb ik nog nooit gezien.

Mangapohua Natural Bridge

We rijden door naar de Mangapohua Natural Bridge, een supermooie hoge doorgang in een rots, in de loop der duizenden jaren uitgesleten door de rivier.

Het wandelingetje heen is door het bos en via een wiebelende hangbrug en terug over een weiland waar rotsen liggen met fossielen van onder andere oesters.

Marokopa watervallen

Een stukje verderop liggen de Marokopa watervallen. Eerlijk gezegd dacht ik ‘alweer een waterval’, maar goed, ze liggen dicht aan de weg dus we lopen er maar heen. Gelukkig maar want jeetje wat is het een prachtige waterval!

De mooiste tot nu toe. Hoog, breed, zoveel groen er omheen. En telkens vraag je je weer af waar al dat water toch vandaan komt.

Naar Tongaporutu

Op naar Tongaporutu, onze volgende bestemming. Hier liggen de rotsen Three Sisters en Elephant Rock. Deze zijn alleen te bezoeken bij laag tij. Uiteraard hadden we dit nu opgezocht en we weten dat het water het laagste is rond 19.00 uur.  Je kunt dan twee uur ervoor en twee uur erna deze rotsen bezoeken.

We arriveren er aan het einde van de middag, dus kunnen direct het strand op.

Three Sisters

Door het vulkanische landschap is het zand behoorlijk donker, bijna zwart en we worden in het begin aardig gezandstraald. Verderop is het nog niet zo lang eb, en is het nog een beetje puzzelen om met droge voeten op onze bestemming te komen.

En daar zien we ze al staan, drie prachtig fier rechtopstaande rotsen!

Elephant Rock

Nu dus op het strand, anders in de zee. Hetzelfde geldt voor Elephant Rock. Recent is deze formatie deels ingestort. Daarvoor leek het net een olifant.

Met de zon die al behoorlijk aan het zakken is, is dit echt zo’n bijzondere plek. We keren terug naar de parkeerplaats en dat is dan ook meteen onze slaapplek voor de nacht.

Een korte douchebeurt in de camper en we kunnen er de volgende dag weer tegenaan. Op naar Egmont National Park met de vulkaan Mount Taranaki, We rijden naar de plaats Dawson Falls. Vanuit hier kunnen er diverse wandelingen gemaakt worden. Het is een mooie rit naar boven toe, vooral het laatste stukje over een smalle weg tussen de bomen door. Daar aangekomen is het 6 graden en het begint te regenen. We kijken het tijdens onze lunch nog even aan, maar zien het niet veel beter worden en Mount Taranaki is al helemaal niet te zien.

Naar Whanganui

Eigenlijk hebben we ook geen zin in weer een koude nacht en we besluiten het over een andere boeg te gooien: we gaan de berg weer af, lekker naar een plekje waar het warmer is. Het wordt Whanganui, droog en 16 graden. Ook hier overnachten we weer gratis, ditmaal op een parkeerterrein bij een sportcomplex. Er zit ook een enorm grasveld bij, dus we wanen ons in een park. In datzelfde park staat ook een enorme circustent.

Leuk, het circus van Moskou is in de stad! Snel kijken of er nog kaarten zijn, en zo zitten we die avond heerlijk naar een circusvoorstelling te kijken. Veel acrobatiek, een goede clown en als klapstuk behoorlijke stunts met motoren.

Winkelen

Op zaterdagochtend is er in het centrum van Whanganui altijd markt. Uiteraard rijden we hier naar toe. Het is een mix van braderie, rommelmarkt en streekmarkt met voornamelijk lokale groente en fruit. Eerder deze reis hebben we afgesproken dat we Sinterklaas gaan vieren, dus we gaan apart van elkaar met 40 Dollar in de zak op zoek naar de eerste cadeautjes.

Vervolgens lopen we nog even het centrum in en voor het eerst zien we een stadje waar wat historische gebouwen staan uit begin 20e eeuw.

Naar Martinborough

Aan het einde van de ochtend stappen we de camper weer in en rijden in ongeveer 3 uur naar Martinborough, wat bekend is om zijn wijngaarden. Er is maar 1 camping, dus daar rijden we eerst heen om verzekerd te zijn van een plekje. Naast de camping is een enorm veld waar net een color run van start gaat.

Veel inwoners zijn hier in hun witte t-shirtje naar toegekomen om met gekleurd poeder onder gegooid te worden. We kijken er even naar en lopen dan door naar één van de wijngaarden. We kiezen voor Tiwaiwaka en gaan voor de proeverij van zes wijnen.

De eigenaresse vertelt vol passie over hoe ze de wijnen elke keer net weer wat anders willen maken. Maar eindigt met ‘je hoeft er geen verstand van te hebben als drinker, je weet zelf wat je lekker vindt.’ Met het lekkerste flesje onder de arm lopen we uiteindelijk terug naar de camping. Het is vandaag heerlijk weer, dus met een boek genieten we van het zonnetje.

Later op de avond worden we ook nog getrakteerd op een vreugdevuur en vuurwerk.

Wellington

De volgende dag komen we rond het middaguur aan in Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Er is een prima gratis parkeerplek aan de jachthaven. Het is een aardig saai parkeerterrein, maar het voldoet. En het ligt op een kwartiertje rijden met de bus van het centrum. Na de lunch rijden we hier dan ook naar toe.

Voorbij het centrum stappen we uit en lopen door Tinakori Road, een straat met prachtige Victoriaanse panden. Al snel komen we bij de parlementsgebouwen en de nieuwe en oude St. Pauls Church. De nieuwe is een groot betonnen gebouw, de oude charmant en van hout. De oude is op dit moment afgesloten voor renovatie.

Het valt op dat dit bij meerdere oudere gebouwen is en dit heeft te maken met de aardbeving in Christchurch van 2011. Hierdoor zijn ze erachter gekomen dat de oude gebouwen hier niet tegen bestand zijn. Alles wordt dus verstevigd.

Haven

Via Lambton Quay, het zakencentrum, lopen we door naar Waterfront Harbour. Wat een levendigheid hier zeg!

Het is zondag, de zon schijnt, dus de terrassen zitten lekker vol. Gelukkig komt er net een plekje vrij en ploffen we neer op een zitzak aan het water. Dit hele gebied oogt gezellig met restaurantjes in houten gebouwen, kunstwerken, gedichten op de muren, parken en speeltuinen.

Na deze fijne pauze lopen we weer verder langs onder andere de St. Mary of The Angels, het eerste kerkje in de stad dat van gewapend beton is gemaakt.

Daarna naar Cuba Street, de winkelstraat. Hier keren we morgen weer terug, want vandaag is het zondag en vrijwel alles is gesloten. We eindigen op Courtenay Place waar enorm veel restaurants, bars, bioscopen en andere uitgaansgelegenheden bij elkaar zitten. In een steakhouse eten we een steak van de steengrill.

Je krijgt een bord met een hete steen erop, daarop ligt je steak. Elke keer snijd je er een stukje af en die bak je verder op je steen. Zo doen ze dat hier!

Old Bank Arcade

We hebben een rustige start vandaag en lopen rond tienen naar de bushalte. In het centrum bezoeken we als eerste de Old Bank Arcade. Dit oude bankgebouw van de Bank of New Zeeland is omgetoverd tot een galerij met exclusieve winkeltjes.

We lopen er doorheen en gaan er aan de zijkant weer uit.

Kabelbaan en botanische tuin

We komen in de straat waar de kabelbaan gaat naar de botanische tuin. Het rode karretje beweegt zich aan de kabel omhoog en halverwege kruisen we zijn evenbeeld. Er is maar één kabel voor beide karretjes en halverwege is er een passeer-punt.

In de botanische tuin is een mooie route die ons langzaam weer richting het centrum voert. Het laatste deel van de route gaat over de Bowen Street cemetary, de oudste begraafplaats van de stad. Daarna staan we weer op Lambton Quay, het zakenhart van de stad.

Het is alweer lunchtijd en we lopen naar de haven om daar wat te eten. Helaas iets te fris vandaag voor het terras. Na de lunch lopen we door Cuba Street, de winkelstraat van Wellington om nog wat verdere Sinterklaas-shopping te doen.

Het nationale museum

We houden nog wat tijd over om het nationale museum Te Papa Tongarewa te bezoeken.

Ze hebben hier een gemengde collectie van moderne kunst en aan de andere kant ook veel over de Maori’s. Tijd om terug te gaan naar de camper voor onze laatste nacht op het Noordereiland.

Benieuwd naar onze ervaringen op Zuidereiland? Lees hier het vervolg …

 

Geschreven door: Nicole Bakker